100 jaar architectuur in Rotterdam

1938: Plaslaanflat 

Wim van Tijen / Huig Aart Maaskant

In 1934 kon Van Tijen voor het eerst zijn ideën van functionalistisch modern bouwen voor de volkshuisvesting uitleven in de Bergpolderflat (Dr. de Visscherstraat). Waar de Bergpolderflat bedoeld was voor arbeiderswoningen, heeft de Plaslaanflat aan de Kralingse Plaslaan duurdere woningen. Het idee is echter hetzelfde. Het woningschijf met collectieve voorzieningen (o.a. was- en droogcellen) op de begane grond en een commerciële uitbouw aan de straatzijde. De laagbouw staat dwars op de hoogbouw, markeert de entree en voegt zich in het straatbeeld. De collectieve ruimte om de flat is gereserveerd voor groenvoorzieningen. Glasstroken bieden voldoende toetreding van licht en frisse lucht. Ook hier stopt de lift om de andere etage op een tussenbordes, vanwaar twee etages bereikt kunnen worden. Alleen de draagconstructie is anders. De Bergpolderflat heeft een stalen skelet met deels houten en betonnen vloeren, terwijl de Plaslaanflat een betonnen skelet met betonnen vloeren. Uit kosten overwegingen was dit gunstiger en bovendien was het stalen skelet minder geschikt vanwege de gehorigheid van de woningen die het tot gevolg had. De indeling van de woningen is vrijwel gelijk aan de Bergpolderflat. Hier zijn er echter maar 4 woningen per gallerij (ipv 8) en de kopwoningen zijn groter. De woningen bestaan uit een breed en een smal deel. In het brede deel bevinden zich de keuken en de woonkamer en in het smalle deel de grote en de kleine (kinder)slaapkamer. Het lifthuis met hoofdtrappenhuis is als glazen verticaal element tegen de noordgevel geplaatst. Het noodtrappenhuis is als open stalen trappenhuis aan het eind van de galerij gesitueerd. Op het dak bevond zich een dakterras met twee overdekte 'zitjes'. Andere collectieve voorzieningen waren in de kelder te vinden: bergingen, een knutselruimte, een was- en drooggelegenheid met een elektrische wasmachine en een centrifuge. In de uitbouw was een kruidenierswinkel gevestigd met een conciërgewoning en twee logeerkamers. Aan het andere uiteinde bevond zich een garage voor zeven auto's. Andere moderne technische snufjes waren de cv-installatie, een centraal antennesysteem en vuilstortkokers aan het eind van de galerij. De woningen hadden een huistelefoon en een zitbad.

De Bergpolderflat en de Plaslaanflat zijn prototypes geworden voor veel schijfvormige gallerijwoongebouwen, die in later jaren gebouwd werden. Van Tijen was een voorstander van het functionalistische  Nieuwe Bouwen. Dit moest een oplossing bieden voor de uitdaging om kwalitatief goed te bouwen voor de snelgroeiende de arbeidersbevolking. In zijn ogen was dit niet mogelijk met de traditionele bouwmethoden zonder in te leveren op kwantiteit of kwaliteit. Gebruik van staal, beton en glas en het werken met prefab-elementen was noodzakelijk. Ook waren de Nieuwe Bouwers met hun grote voorbeeld Le Corbusier voorstanders van het bieden van lucht, licht en ruimte aan de bewoners. Dit heeft een positief effect aan woongenot en gezondheid van de bewoners en van hun welzijn in het algemeen. Met de keus voor een duurder type woning in de Plaslaanflat gaf Van Tijen aan dat hoogbouw voor de massa toch een brug te ver was. Hij zag het als specifiek woningtype voor een kleine doelgroep van alleenstaanden en kinderloze gezinnen die een hogere huur kunnen betalen en die willen genieten van het uitzicht. Ook vond hij dat de hoogbouw zich moest beperken tot enkele locaties in de stad.  Van Tijen was in 1939 vanuit "zijn" Parklaanflat verhuisd naar de Plaslaan, waar hij tot 1953 zou wonen. Overleg over de wederopbouw, waar hij nauw bij betrokken was vond vaak bij hem thuis plaats, van waar men een goed zicht had op de verwoeste stad.


Ook opgeleverd in 1938:

Hoofdbureau van Politie A. van der Steur

 

Andere projecten van Van Tijen:

In Rotterdam:

Parklaanflat W. van Tijen 1933
Bergpolderflat W. van Tijen 1934
Clubgebouw Kralingsche Zeilvereniging W. van Tijen 1936
Dubbel woonhuis Essenlaan W. van Tijen 1936
Manege, Woonhuis W. van Tijen 1937
Woonhuis Oudorpweg W. van Tijen 1937
Woningbouw Zuidwijk W. van Tijen 1958
Zuidpleinflat W. van Tijen, E. Groosman 1947
Industriegebouw Oostzeedijk W. van Tijen, H.A. Maaskant 1947

Elders:

Montesorischool Amsterdam 1935
Drive-in woningen Anthony van Dijckstraat Amsterdam 1937
Luchtvaarlaboratorium  Amsterdam 1941
De Dreijenborch Wageningen 1961
Campus TU Twente Drienerlo 1964
Hoofdgebouw TU Twente Drienerlo 1964
Studentenhuisvesting Drienerlo 1964

 

100 jaar Architectuur- overzicht
terug
verder