Deze stroming staat regelrecht tegenover de kleinschaligheid, die in
de jaren zeventig opgeld deed als reactie op het functionalisme. De
kleinschaligheid wordt door de (neo)rationalisten
afgedaan als "nieuwe truttigheid". De rationalisten gaan uit van
geometrische vormen. Deze vinden ze niet saai, maar juist interessant
en begrijpelijk. De (neo)rationalisten zoeken niet naar middelen om
gebouwen vriendelijk te maken. Eerder brengen zij de maten van een
groot gebouw tot uitdrukking in grote vormen. Met name Quist, Weeber
en Hoogstad zijn representanten van deze moderne stroming, die is
gebaseerd op een logische en objectieve benadering van de
ontwerpopgave. Daarin vertoont de stroming opmerkelijke gelijkenissen
met het rationalisme en het realisme van honderd jaar eerder.
Het streven naar eenvoudige vorme en pragmatis
che
oplossingen is ook terug te vinden bij tal van andere architecten
zoals Bonnema, Van Mourik en Vermeulen.
Quist realiseerde in Rotterdam o.a. het Robeco-gebouw, Maritiem Museum, de Rotterdamse Schouwburg en de Willemswerf. Weeber past het rationalisme vooral toe in woningbouw. O.a. de Peperklip in Feijnoord is van zijn hand. Hoogstad bouwde o.a. het Unilevergebouw (Weena), het woongebouw Weena-Centre, het gebouw van Moret, Ernst & Young in Alexander en de uitbreiding van De Doelen. Bonnema ontwierp het Nationale Nederlanden gebouw (Delftse Poort) aan het Weena.