Al eind jaren vijftig onstond er weerstand tegen het
gestandaardiseerde bouwen van de functionalisten van het Nieuwe
Bouwen. Met name Aldo van Eyk spuidde met anderen zijn aversie in het
tijdschrift Forum. Het functionalisme had de creativiteit gedood en de
mens vergeten. Uit de Afrikaanse stedenbouw haalde Van Eyk het idee
dat de complexiteit van de samenleving en de menselijke emotionele en
sociale behoeften in de bouw moest worden weerspiegeld. Grote
complexen worden door hem opgebouwd uit kleine eenheden op een
menselijke schaal. Ook Hertzberger ontwikkelt een gebouw vanuit een
aaneenschakeling van zogenaamde basiseenheden (structuralisme). Het
resultaat van deze aaneenschakeling van repeterende vormen geen
afgerond gebouw is, maar een struktuur die in principe in alle
richtingen is uit te breiden. Piet Blom is ook een leerling van Van
Eyk. Hij haalt zijn inspiratie ook uit (Noord)afrika. Hij plaatst
woningen op een verhoging zodat daaronder ruimte ontstaat voor
gemeenschappelijke voorzieningen, zoals winkels. In Helmond en
Rotterdam werkt hij dit uit in paalwoningprojecten.
Ook in de stadsvernieuwing vindt de kleinschaligheid navolging. Werden oude wijken aanvankelijk "gesaneerd", gesloopt en herbouwd in een nieuw (recht) stratenpatroon, van eind jaren zeventig werden de oude (kromme) straatpatronen gehandhaafd en komen de niewe bouwvolumes ongeveer overeen met de oude. Tegenstanders betitelen de stroming als "nieuwe truttigheid".
In Rotterdam zijn een aantal in het
oog springende voorbeelden te vinden van projecten die in deze
architectuur traditie zijn te plaatsen. Het meest in het oog
springend is de Oude Haven. Rond de Oude Haven en de noorzijde van
het Haringvliet is in de tweede helft van jaren
70, de tijdelijke naoorlogse bebouwing gesloopt en vervangen door
woningen en en rond de haven zelf vooral ook horeca voorzieningen
volgens ontwerpen van Blom. Geschakeld aan de Oude Haven realiseerde
Blom zijn beroemde kubuswoningen. Dit idee had hij al eens
uitgeprobeerd in Helmond en hier verder geperfectioneerd. Pal naast
de kubuswoningen staat het "potlood" een rond appartementengebouw
met een puntdak, eveneens van Blom.
De appartementen aan de Hofdijk (Verhoeven, 1977-83) zijn ook een voorbeeld van kleinschalig bouwen. Er is hier zeer compact gebouwd met relatief geringe bouwhoogte. Door de opstelling van de gebouwen ontstaan er veel binnenplaatsen. De puntdaken lijken terug te grijpen op traditonele Nederlandse bouwstijlen en heeft het project ook de bijnaam "Klein Volendam" bezorgd.
Andere projecten uit die tijd en die traditie in het centrum van Rotterdam zijn te vinden rond de Noordmolenwerf, Jacobplaats en op het Wijnhaveneiland tussen Glashaven en Leuvehaven.