Op
pad in Rotterdam
>De wandeling passeert diverse metro- en
tramhaltes. Deze zijn in de beschrijving en op de kaart van de
wnadeling aangegeven. Dit maakt het makkelijker de wandeling op een
gewenst punt af te breken of (weer) op te pakken. In het openbaar
vervoer wordt alleen de OV-chipkaart als vervoerbewijs geaccepteerd. Als
u nog geen OV-chipkaart heeft kunt u deze bij het
informatiepunt of het NS-loket op het Stationsplein aanschaffen. Als
alternatief kunt u daar ook een wegwerpchipkaart kopen die één, twee of
drie dagen geldig is voor onbeperkt reizen met RET trams, metro's en
bussen. Deze kosten respectievelijk 7, 10 of 14 euro (50% voor kinderen
en 65+). U kunt deze dagkaarten ook laden op uw oplaadbare chipkaart.
Ook is in de wandeling een overtocht met de watertaxi opgenomen. Dit
kost € 2,90 per volwassene, 1,30 per kind.
Nummers <1> t/m <10> in de tekst corresponderen met nummers op de kaart.
De wandeling begint linksboven op de kaart. Klik op de kaart!
De wandeling begint voor het Centraal Station.
<1> Het Centraal Station uit 1957 is in 2008 gesloopt om plaats te maken voor een nieuw station, dat nu in aanbouw is. Een nieuw station was nodig om de groeiende reizigersstroom te kunnen verwerken. Bovendien had Rotterdam, nu het is aangesloten op het Europese netwerk van hogesnelheidstreinen een aantrekkelijker aankomstpunt nodig. Met de bouw van het station is ook een aanzet gegeven tot de herontwikkeling van het gehele stationsgebied. Het nieuwe station en de stationsomgeving is een gezamenlijk ontwerp van Jan Bentem, Jeroen van Schooten en Adriaan Geuze en zal in 2013 zijn voltooid. Opvallend is het naar een punt toe lopende dak van de stationshal. De punt wijst naar het stadscentrum. De gevel is volledig van glas en biedt de aankomende reiziger een blik op de stad en op de looproute die vanuit het station de stad inloopt. Het dak is ruim 30 meter hoog op het hoogste punt. De sporen van het station zijn overdakt door een glazenkap van 250 meter in lengte. In de sporenkap zijn zonnecellen verwerkt die een derde van het stroomgebruik van het station opwekken. Het station verwerkt nu ruim 110.000 reizigers per dag. Dit aantal zal naar verwachting in 2025 ruim 300.000 zijn.
Links staat het gebouw Delftse Poort van Nationale Nederlanden. Het is met 150m het hoogste kantoorgebouw van Nederland. Het bestaat uit twee torens van ongelijke hoogte met een centraal lager gedeelte dat door een koepel wordt bekroond. Het is in 1991 opgeleverd en de architect was A. Bonnema.
We gaan linksaf het Weena op. Bij het stoplicht steken we over en lopen rechtdoor. Na de oorlog bleef het Weena lange tijd een lege vlakte. Het stadsbestuur wist niet goed hoe dit deel van de stad moest worden ingevuld. Met name in de jaren zeventig bestond er bij het college van B&W een grote afkeer van hoogbouw. Voorzichtige pogingen daartoe, zoals het Shellgebouw werden bekritiseerd ("erectie van het kapitalisme", volgens een wethouder) of moesten worden gecompenseerd met laagbouw in de buurt. Vele plannen passeerden de revue, tot eind jaren tachtig een definitief plan werd goedgekeurd. Binnen vijf jaar stond het Weena vol met hoogbouw. We komen nu langs het Unilevergebouw van J. Hoogstad uit 1992. De sculptuur op het pleintje is meeverhuisd van de oude locatie van Unilever aan de Rochussenstraat. Naast het Unilevergebouw staat de woon- en kantoortoren Weena Center van dezelfde architect (1990). Om ervoor te zorgen dat alle werkplekken in het gebouw voldoende daglicht krijgen - een wettelijk voorschrift - heeft Hoogstad er niet voor gekozen om het gebouw rond een binneplaats te ontwerpen, wat meestal gebeurt. In plaats daarvan heeft hij het gebouw als het ware binnenste buiten gekeerd en in een kruisvorm ontworpen, waardoor het binnenplein aan de buitenkant ligt. Hoogstad wilde eigen dit buitenplein afzetten met glas, zodat er atria zouden ontstaan. Dat was te duur. Nu wordt deze ruimte gesuggereerd door de pilaren. Voor de Weenatoren steken we bij het voetgangersstoplicht rechtsaf het Weena over. We lopen rechtdoor en komen op de Lijnbaan. Het winkelcentrum werd in 1953 geopend. Het
ontwerp van Van
den
Broek en Bakema,
was voor Nederland revolutionair. Voor het eerst werd een
exclusief voetgangersgebied gecreëerd. De bevoorrading verloopt
via bedieningstraten aan de achterkant van de winkels. De
kantoren zijn eveneens achter de winkels. De winkels zijn twee
lagen hoog boven een kelderetage. De breedte varie We lopen de Lijnbaan op, steken de Kruiskade over en lopen door over de Lijnbaan tot de kruising met de Korte Lijnbaan Op de kruising met de Korte Lijnbaan zien we links zien we het stadhuis uit 1922. We gaan echter rechtsaf de Korte Lijnbaan op. Deze komt uit op het Schouwburgplein. <2> Op het Schouwburgplein zien we rechts het Concertgebouw "De Doelen", de thuisbasis van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Bij de opening in 1966 had Rotterdam na 26 jaar weer een concertzaal. Met de plannen was al in 1955 begonnen. Door voortdurende aanpassingen begon de bouw pas in 1962. De bouwers, E. & H. Kraaijvanger en R. Fledderus, beoogden een tijdloos gebouw, waarin vooral oog was voor functionele aspecten. Er is ook getracht expressie aan het culturele karakter van het gebouw te geven, waarbij monumentaliteit werd vermeden, opdat bezoekers niet zouden worden afgeschrikt. Hiervoor dienen het koperen dak van het auditorium en de decoratieve gevel. De gevel wekt de indruk dat er drie etages zijn. In werkelijkheid zijn het er twee.
Op het plan werd nogal verdeeld gereageerd. Critici menen dat het plein nog steeds kaal en kil is. Ook over de uitvoering is nogal wat te doen geweest. Sommige metalen delen worden bij regen en sneeuw spekglad. Het epoxy deel waterde niet af, waardoor grote plassen ontstonden. Dat laatste is inmiddels verholpen. 's zomers wordt het plein goed gebruikt. Met name de banken zijn populair. Bovendien is het plein dat ook kleurrijker door de bloembakken die dan worden geplaatst. Links op het plein staat de Rotterdamse Schouwburg van Wim Quist uit 1982-88. Het is een sober en strak ontwerp, passend bij de economisch slechte klimaat van die tijd. Bijzonder is dat de toneel en de toneeltoren aan de zelfde kant als de ingang liggen. Bezoekers lopen na binnenkomst onder de zaal door en gaan een trap op en komen de zaal aan de acherzijde van het gebouw binnen. Normaal loopt men rechtdoor de zaal in. Reden hiervoor is dat de schouwburg deel uitmaakt van een woonblok. Bij een gebruikelijk ontwerp zou de toneeltoren de woningen aan de andere zijde in de schaduw zetten. Bovendien zou het aanvoeren van toneelattributen erg lastig zijn geweest. Nu is dat opgelost met een lift aan de voorzijde rechts van de ingang, waarmee vrachtwagens naar het toneelniveau worden getild. We lopen rechtdoor het plein over voor De Doelen langs. We lopen recht op het Pathé theater af. Dit complex met zeven zalen en 2700 stoelen was op het moment van bouwen het grootste in Nederland. Het staat boven op een parkeergarage, zodat de constructie licht moest zijn. ‘s Avonds dringt het licht vanuit de foyer door de halfdoorzichtige gevel naar buiten. De grote zalen zijn opgetild en het plein lijkt daardoor door te lopen in de ontvangsthal. Het ontwerp uit 1992 van Koen van Velzen kwam in 1996 gereed. We lopen tussen de bioscoop en De Doelen naar het Kruisplein. In 2000 is de nieuwbouw links van de Doelen gereedgekomen. Hoogstad ontwierp een uitbreiding naast en over het oude gebouw heen. Daardoor wordt een deel van de robuuste gevel van de Doelen aan het zicht onttrokken. De nieuwbouw biedt de Doelen de hoognodige uitbreiding van de capaciteit voor congressen. Daar weer naast is het in gele baksteen uitgevoerde gebouw van de Hogeschool voor muziek en dans verrezen. Het geheel vormt architectonisch een nogal onsamenhangend mengsel van stijlen. Hoogstad vindt interieurs dan ook veel belangrijker dan de buitenkant: "architectuur is niet voor de prentbriefkaarten" Het Kruisplein is nu nog een bouwput voor een parkeergarage. Het zal in de nabije toekomst opnieuw worden ingericht en deel uit maken van de groene looproute vanuit het Centraal Station. Aan de overzijde van het plein staan twee flatgebouwen. Beiden zijn het resultaat van een prijsvraag in het kader van de stadsvernieuwing in de wijk het Oude Westen. Het gekromde kleinere gebouw is bedoeld voor jongerenhuisvesting. De flats zijn in 1985 gebouwd en ontworpen door bureau Mecanoo.
We lopen langs de overkant van het water linksaf de Westersingel op. De Westersingel, die we aan de linkerhand zien
vormt de westelijke begrenzing van de wijk Cool. Tot begin 19e
eeuw bleef de woningbouw van Rotterdam binnen de Meteen aan de aan de overkant van het water wordt nu gebouwd aan het gebouwencomplex Calypso, een ontwerp van de Engelsman William Alsop. Hij staat bekend om het gebruik van felle kleuren en ongebruikelijke vormen. Hij ontwerpt over de hele wereld. Bekend zijn Ferry Terminal in Hamburg en het metro station in North Greenwich, Londen. Het complex met zijn golvende gevel gaat een hotel, 407 appartementen, winkels, horeca en een kerk herbergen. In het gebouw zijn de vijf elementen herkenbaar vormgegeven. Links het hotel, rechts de kerk en de appartementen boven op de commerciële ruimten. Critici menen dat het grote gebouw niet past binnen de 19e eeuwse kleinschalige bouw langs de Westersingel, anderen vinden het juist een goede schakel tussen het high tech centraal station en het Schouwburgplein.
We gaan linksaf de Van Oldenbarneveldtstraat in. <3>
Bij de Karel Doormanstraat gaan we rechtdoor.
Verderlopend kruisen we opnieuw de Lijnbaan. We lopen iets verder door. <4>
Links zien we het gebouw van Rotterdamse vestiging van de Bijenkorf (Breuer en Elzas, 1955-57). Gebouwd als een gesloten doos, heeft het een gevel met raatvormige travertinplaten. De vorm van de platen verwijst uiteraard naar een bijenraat en de naam van de winkel. Dit pand was het eerste naoorlogse project in Rotterdam dat door een internationaal vermaarde architect werd ontworpen. Het gesloten karakter heeft als doel de bezoekers van de Bijenkorf niet af te leiden met een uitzicht, zodat ze zich kunnen concentreren op het winkelen zelf . Alleen het restaurant en de kantoren hebben ramen met uitzicht. Aan de Coolsingelzijde staat een plastiek van Gabo. De plastiek was een compromis tussen de architect en de stedenbouwers. Het gebouw wijkt af van de rooilijn, een doodzonde in de stedenbouw. Om de rooilijn enigzins te herstellen werd dit naamloze kunstwerk van Gabo in opdracht gegeven en geplaatst. We steken de Coolsingel over.
Tramhalte lijnen 8 en 20, 21, 23, 25 Aan de Coolsingel, op de hoek met het
Beursplein, staat de Koopmansbeurs. Het gebouw is tussen
1935 en 1940 gebouwd naar een winnend ontwerp van J.F. Staal. Al
in 1913 besloot de gemeente tot de bouw We slaan rechtsaf de Coolsingel op en lopen voorbij C&A steken we Bulgersteijn over. We komen dan bij het Erasmusgebouw
van Dudok uit 1934, waarin nu de Deutsche Bank is gevestigd. Het
in lichtgekleurde bakstenen uitgevoerde gebouw staat op een
zwart granieten plint. Het is een zakelijk uitgevoerd gebouw,
maar Dudok heeft er toch wat decoratieve elementen aan We lopen verder over de Coolsingel tot de hoek met de Blaak (Churchillplein) Op de hoek staat de kantoortoren van de Robecogroep, die Wim Quist in 1986 ontwierp. Het gebouw werd in 1992 voltooid. Het sobere gebouw heeft een net niet vlakke marmeren gevel. De lagere delen van het gebouw sluiten aan op de bouwhoogten van het Erasmusgebouw en het Schielandhuis. Aan de overkant van de Blaak staat nog een ontwerp van Quist. Het is een driehoekig wit gebouw voor het Maritiem Museum Rotterdam. Quist houdt van meetkundige vormen als kubussen, driehoeken en rechthoeken. Dit zagen we al aan zijn ontwerp voor de Schouwburg en ook de Robecotoren en het Maritiemmuseum laten deze voorkeur zien. Het maritiem museum dateert uit 1986 en sluit de erachter gelegen Leuvehaven visueel af van de Coolsingel. Daarmee werd een stedebouwkundig uitgangspunt van het wederopbouwplan van 1946, nl. het Venster op de Rivier verlaten. Voor dit concept moest inderdtijd de Bijenkorf van Dudok uit 1927, die op die plek stond - tot veler verdriet - wijken. We slaan linksaf de Blaak op en meteen weer links de Korte Hoogstraat in. Rechts Tegenover de kantoortoren staat het Schielandhuis.
Het Schielandshuis werd tussen 1662 en 1665 gebouwd in opdracht
van het hoogheemraadschap van Schieland. Het ontwerp in
renaissancestijl is van de koopman Jacob Lois en de bekende
architect Pieter Post. We lopen de Korte Hoogstraat verder uit steken het Beursplein over, passeren het warenhuis Vroom & Dreesmann (aan de rechterhand) en vervolgens het Rode Zand in. We slaan de eerste straat, de Meent, links in. We lopen tot de stoplichten en slaan rechtsaf de Coolsingel op. We zien rechts
voor ons de het voormalig Postkantoor uit 1923. Het
postkantoor markeert de voorname status die de Coolsingel als
stadboulevard moest krijgen. Tot ongeveer 1850 vormde de
Coolsingel de westgrens van de ommuurde stad. In de 2e
helft van de 19e eeuw begon Rotterdam door de havenontwikkeling
aan een spectaculaire bevolkingsgroei. Men ging buiten de muren
bouwen en na de invoering van de nieuwe vestingswet van 1874
konden de stadsmuren worden gesloopt. Even verderop staat het Rotterdamse stadhuis In 1910 kreeg Henri Evers, docent aan de
Academie voor Bouwkunst in Rotterdam en de TH in Delft de
opdracht voor een voorstudie voor een nieuw stadhuis. Op
basis van de voorstudie van Evers, In 1914 werd begonnen met de bouw van het stadhuis, dat in 1920 werd voltooid. Het ontwerp van Evers oogt aan de buitenkant sterk renaissancistisch, maar laat binnen daarentegen ook elementen uit byzantijnse en romaanse architectuur zien. Het symmetrische gebouw bestaat uit vier vleugels van vier lagen rond een openbare binnentuin. De toren wordt bekroond met een vredesengel van beeldhouwer Keller. Het carillon - geschenk van rederij Van Ommeren - is in de oorlog door de Duitse bezetters weggevoerd en in 1948 vervangen. De belangrijkere en representatieve ruimtes, zoals de raadzaal, burgerzaal, en de kamer van de burgermeester liggen aan de voorzijde van het stadhuis aan de Coolsingel. In het achterste deel, dat door een binnentuin en een doorrit van het voorgedeelte gescheiden is, liggen de kantoren voor de administratie en het bureau burgerzaken. Het gebouw is gebaseerd op een constructie van gewapend beton, waarover een façade is opgetrokken van zandsteen en leien kappen. In de trapgevel zijn de Stedemaagd en het gemeentewapen te zien, als ook de gemeentewapens van de gemeenten die in de loop der tijd door Rotterdam zijn geannexeerd. Voor het stadhuis staan twee standbeelden. Rechts, onder het raam van de burgemeesterskamer staat dat van voormalig Raadspensionaris van Rotterdam Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619), die na zijn tijd in Rotterdam een belangrijke rol speelde in het bestuur van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Als gevolg van een politiek en religieus conflict met stadhouder prins Maurits van Oranje, werd hij 1619 in Den Haag onthoofd. Aan de linkerzijde van het stadhuis staat een beeld van Hugo de Groot. Deze staatsrechtgeleerde en grondlegger van het Volkerenrecht en in het bijzonder het Zeerecht, is ook Raadspensionaris in deze stad geweest. In het conflict tussen Maurits en Van Oldenbarneveld stond hij aan de zijde van de laatste en zijn republikeinse medestanders. De Groot wer gearresteerd en levenlang opgesloten in slot Loevestein. Hij wist echter - in een boekenkist - te ontsnappen en vestigde zich daarna in Parijs. We lopen voorbij het stadhuis en slaan rechtsaf het Doelwater in. We lopen langs het Hoofdbureau van politie, slaan rechtsaf het Raam in en vervolgens linksaf de Zandstraat. We slaan rechtsaf het Haagse veer en lopen tot de Meent Net voor de brug op de hoek van de Meent en de
Westewagenstraat staat een voormalig kantoor van "De Nederlanden
van 1845" van Dudok uit 1952. Op de beneden etage en het
entresol van de 6 meter hoge onderbouw, is nu een, in Rotterdam
vermaard, Grand-Café gevestigd dat naar de architect is
vernoemd. Dit naoorlogse gebouw van de eigenzinnige architect
Dudok werd pas echt bekend toen het in gebruik werd genomen als
grand-café. Het café We lopen over de brug over het Haagse veer en slaan na 150 meter rechtsaf de Binnenrotte (3e straat na de brug) op. <5> Op de Binnenrotte wordt 3x per week markt gehouden (dinsdag, zaterdag en zondag). De uitloper van de Rotte stroomde hier tot 1870 naar de Nieuwe Maas. Ze werd gedempt voor de aanleg van een spoorwegviaduct, dat inmiddels is vervangen door een spoortunnel. Aan de overzijde van de straat (of plein) staat het appartementen complex City Building van architect John Bosch uit 2003. Het gebouw sluit aan op het erachter liggende
oude Spaarbank gebouw van JJP Oud uit 1957, waarmee het een
carrévormig bouwblok We lopen verder over de Binnenrotte en passeren de kruising met de Hoogstraat. Aan de linkerzijde van de Binnenrotte op de hoek met de Hoogstraat staat de Centrale Bibliotheek van Rotterdam. Dit gebouw uit 1983 is deels geïnspireerd door het Centre Pompidou in Parijs, getuige de leidingen en ventilatiekanalen aan de buitenzijde. Het ontwerp is van Jaap Bakema, die eerder een team vormde met collega Van den Broek en met hem veel gebouwen in de wederopbouwperiode na de oorlog in Rotterdam realiseerde. Naast de gele leidingen aan de buitenzijde valt ook de "Glazen waterval" aan de voorzijde op, waarachter een vide met het (rol)trappenhuis is gesitueerd. De inrichting is al vele malen aangepast aan de veranderende eisen van de tijd. In het gebouw is ook een theater en café, met terras op de 1e etage gevestigd. We lopen voorbij de bibliotheek Naast de bibliotheek staat een ronde woontoren.
Het is een ontwerp uit 1984 van de architect Piet Blom, die het
Schreierstoren noemde, naar een 16 eeuwse vestingtoren in
Amsterdam. In Rotterdam staat deze woontoren bekend als "het
Potlood". Het vormt een geheel met Blom's beroemde Kubuswoningen.
Blom beoogt een mediterrane, kleinschalige
woon- en leefomgeving te creëren. De woningen vormen, wat Blom
een stedelijk dak noemt. De voetganger kan via het
wandeldek De kubuswoning, ook wel boom- of paalwoning genoemd, bestaat uit een gekantelde houten kubus die met één punt op een betonnen zeshoekige kern staat. In deze 'stam' bevinden zich de entree en het trappenhuis. De kubus telt drie verdiepingen: het 'straathuis' met keuken en woonkamer, het 'hemelhuis' met de slaapkamers en het 'loofhutje' bovenin. In de kern zijn de enige verticale wanden te vinden; de rest van de wanden lopen schuin. Er is ook een kijkwoning die men kan bezichtigen.
Rechts zien we het NS station Blaak. In 1993 verving de Willemsspoortunnel het spoorwegviaduct (luchtspoor) dat hier ruim honderd jaar dienst deed. Hierdoor is ook het door spoorarchitect Harry Reijnders ontworpen station Blaak nu ondergronds. Er is gekozen voor een open struktuur vanwege de sterke luchtstromen die worden veroorzaakt door de langsrazende treinen. De overkapping is een schuinhangende glas/staal constructie. De lichtbalk aan de boogconstruktie licht op als er een trein aankomt en geeft ook de rijrichting van die trein aan. <6>
We lopen onder de Kubuswoningen door en steken bij de stoplichten rechstaf de Blaak over. Vervolgens lopen we via min of meer rechtdoor via de Slepersvest naar de Oude Haven.
We volgen de Spaansche Kade, die leidt naar de Spaanse Brug. Rechts aan de overkant van het water van de
Oude Haven valt natuurlijk het Witte
Huis op. Het Witte Huis Over de Spaanse Brug slaan we rechtsaf en lopen om de oude scheepswerf Koningspoort heen. We gaan rechtsaf de brug over en vervolgens linksaf de Wijnhaven op. De panden naast het Witte Huis waren natuurlijk al opgevallen. Deze "Wijnhavenpanden" zouden in 1987 worden gesloopt in verband met de bouw van de spoortunnel. Hoewel de gebouwen niet zo uitzonderlijk waren rees hiertegen verzet. Er was voor die tijd al zoveel gesloopt in het kader van de vooruitgang. Deze panden behoorden tot de weinige koopmanshuizen in deze buurt die het bombardement hadden overleefd. Het protest werd gehonoreerd. De panden werden steen voor steen afgebroken, opgeslagen en na de gereedkkoming van de tunnel weer opgebouwd. Nummer 7 dateert uit 1718, Nummer 9 uit 1628. Nummer 11 is "nieuwbouw" uit 1903 ter vervanging van een pand uit 1717. Nummer 13 is een rijksmonument, gebouwd in 1616-20. In 1742 was hier een zeepziederij gevestigd. Nu is hier het Mariniersmuseum. Ook nummer 15 is een rijksmonument. Het heeft een vroeg 19e eeuwse gevel. Het was ooit in bezit van de familie Van Ommeren. Het pand op nr 21 is classicistisch. In het water van de Wijnhaven staat het oude brugwachterhuis van de afgebroken Willemsspoorbrug uit 1878, dat eveneens naar de aanleg van de spoortunnel is teruggeplaatst. Het pand op nr 23 is echt nieuwbouw, dat het gat moet dichten tussen de woontoren Wijnhaeve en de oude panden. Het werd in 2010 opgeleverd en sluit architectonisch aan op de oude panden. De okerkleurige woontoren Wijnhaeve dateert uit 2008 en is ontworpen door KOW-architecten. Het staat net naast de ondergrondse spoortunnel. De toren wordt smaller vanaf .. etage (verjongt in architectuurtermen), waardoor de woningen op die woonlaag over een dakterras beschikken. De andere appartementen hebben alleen buitenruimte als ze hun schuifpui open zetten. Het gebouw doet nog het meest denken aan de cultuurpaleizen, die Stalin in de jaren 50 in Oosteuropese hoofdsteden (Warschau, Riga) liet neerzetten. We lopen verder onder het viaduct van de Verlengde Willemsbrug door. Aan onze linkerhand zien we over het water het
Wijnhaveneiland liggen. Op de punt van het eiland staat het
woon-, kantoor en winkelcomplex The Red Apple van
KCAP-architecten uit 2009. Het Wijnhaveneiland is bezig aan een transformatie van een saai kantorengebiedje naar een mix van wonen, werken en recreëren. Centraal daarin staan de hoge woontorens, waardoor veel woningen in het hogere prijs- en kwaliteitssegment aan het door water omgeven gebied worden toegevoegd. Naast nieuwe woontorens is onlangs ook de buitenruimte aangepakt en zijn de kades langs de 17e eeuwse Scheepmakershaven en Wijnhaven als wandelgebebieden ingericht. Een van de nieuwe woongebouwen is de 127 meter hoge The Red Apple. Met zijn naam appelleert het gebouw aan de gewenste gelijkenis van Rotterdam met New York (The Big Apple), de rode gevel kleur en de appelmarkt die in de 17e eun 18e eeuw op deze locatie werd gehouden. The Red Apple heeft een vuurrode toren met een golvende aluminium gevel met daartussen glas en Parijse balkonnetjes. De glasstroken in de gevel verschillen per etage en de rode banen die de appartementen afbakenen slingeren daarom een weg omhoog naar de top. Dwars op de toren staat het kopblok. In het kopblok is een atrim gecreëerd atrium, dat toegankelijk is voor de bewoners. In The Red Apple zijn 131 woningen, hiervan zijn er 72 in de toren en 36 in het kopblok ondergebracht. Tevens bevat The Red Apple 3.900 m2 kantoorruimte en 1.600 m2 winkelruimte. De kantoorruimten ruimten bevinden zich in de punt van het gebouw, verdeeld over de 2e tot en met de 6e verdieping. De winkels zijn grotendeels gelegen aan een inpandige winkelpassage, die de Wijnhaven met de Scheepmakershaven verbindt. We slaan rechtsaf het voetpad op dat naar het trappetje leidt, waarover we op het viaduct van de Verlengde Willemsbrug kunnen komen. Bovengekomen gaan we bij de bushalte rechtsaf de Wijnhaven over. Bij de stoplichten steken we over. We komen dan bij een gebouw waarin een sportschool en een restaurant zijn gevestigd. Het werd in 1996 gebouwd naar een ontwerp van Hubert-Jan Henket op de vesten van het bruggehoofd van de voormalige Willemsbrug. De brug werd in 1878 gebouwd om het in ontwikeling geraakte Rotterdam Zuid te ontsluiten. In 1981 werd ze vervangen door de nieuwe Willemsbrug, die we links zien liggen. In datzelfde jaar werd de oude brug gesloopt. De bruggenhoofden bleven echter bewaard. Het restaurant ligt half onder de waterspiegel. Er zijn uitgebreide maatregelen getroffen, opdat het gebouw zelfs een aanvaring van een binnenvaartanker dan doorstaan! We lopen rechtsaf langs het water van de Nieuwe Maas over De Boompjes In de 16e eeuw werd deze kade
ontwikkeld. In 1613 werd een dubbele rij Lindenbomen geplant,
waardoor de naam Boompjes in zwang kwam. In de 18e
eeuw werd de Boompjes een soort "Goudkust", een populair
woonadres voor de gegoede burgerij, die hier luxueuze koopmans-
en herenhuizen liet bouwen. Aan de overkant van de rijweg staat
het gebouw Willemswerf van Nedlloyd. W.
Quist, representant van het rationalisme
is de bouwkunst, ontwierp dit gebouw uit 1989. Op de krappe
kavel, Op de begane grond, het niveau van de Boomjes, is de grootschalige entreehal. Na de parkeergarage, met een afwijkende maatvoering, komt het eigenlijke kantoorgebouw. De eerste kantoorlaag wordt ingenomen door het bedrijfsrestaurant en vergaderzalen. De bovenste laag bevat techniek en kamers voor de Raad van Bestuur. De andere lagen zijn vrij indeelbaar We lopen door houden links aan en lopen naar beneden naar de Boompjeskade. Als we naar de overkant van het water kijken, zien we de Maaskade. Dit is de noordoever van het Noordereiland. Het Noordereiland ontstond in 1871 toen de Noorderhaven (nu Koningshaven) werd gegraven. Aan de Maaskade staan twee opvallende gebouwen. Eerst zien we het Jugendstil kantoorgebouw van makelaarskantoor Ooms (in 1915 gebouwd voor rederij Van Driel). Het is een ontwerp van De Roos en Overeijnder. Het heeft een hoog oplopend dak en steekt daarmee hoog boven de buren uit. Op het dak stond oorspronkelijk de firmanaam Van Driel. De gevel is opgebouwd uit lichtgele natuursteen met daarin verschilende Jugendstil elementen (zeepaardjes, vissen en Hermesstaven). Het interieur is nog origineel en eveneens Jugendstil. Verderop naar rechts staat het Hulstkampgebouw. Dit werd in 1889 opgeleverd voor margarinefabriek Laming and Sons. Het rijkgedecoreerde neo-renaissance ontwerp is van de destijds bekende Rotterdamse architect J. Stok Wzn. In 1919 vestigde de Jeneverstokerij Hulstkamp zich in het neo-renaissance gebouw. Na sluiting van de distilleerderij werd het een zalencentrum voor feesten en evenementen. We lopen verder en zien aan de rechter hand het paviljoen van de voormalige Brasserie Boompjes (pand is helaas slechts te huur voor evenementen). Het beschikt onder het golvende dak over een panoramisch utizicht over de rivier. Het maakt deel uit van de herinrichting van de Boompjeskade in de jaren 80, die Rotterdam weer een blik op het water moest geven, nadat de stad in de wederopbouw zich met de rug naar het water had gekeerd. De terrazzo-arcade is van Kees Christiaanse en het Grand-Café van bureau Mecanoo en stammen beiden uit 1990. We klimmen de trappen op naar de Boompjes en lopen door tot Leuvenhavenbrug. Achter de Brasserie aan de Boompjes staat het gebouw De Maas, waarin de dienstkring Zuid-Holland van Rijkswaterstaat is gevestigd. Het gebouw uit 1988 is gebouwd in de vorm van een dukdalf. Het ontwerp is van Drexhage. Verderop aan de Boompjes staat naast het voormalige filiaal (Bijbank) van de Nederlandsche Bank uit 1955 (Zwiers) te wachten op herontwikkeling. Daar links van zien we de hoogbouw van het accountantskantoor Ernst & Young. Het gebouw neemt de plaats in van de aanbouw van de Bijbank, waarin de kluis was gehuisvest. De aanbouw werd in 2003 gesloopt, waarna de kantoortoren naar een ontwerp van de Amerikaanse architecten Philip Johnson en Alan Ritchie kon worden geboud (in samenwerking met het Rotterdamse bureau 01-10). Tijdens de ontwerp opdracht was Philip Johnson, bekend van de Seagram Building (1958) en de AT&T Building (1979) in New York, al 92 jaar (hij overleed in 2005 op 99-jarige leeftijd). In hoeverre Johnson en Ritchie zelf bij het ontwerp betrokken zijn geweest is de vraag. Aan de rivierszijde bestaat de gevel uit een halrond en een schuinoplopend rechthoekig deel. Aan de achterzijde aan de Scheepmakershaven is de gevel een driehoekige erker. Deze vormen zorgen voor een maximum aan uitzicht en lichtinval. Bovendien wordt de lokatie aan de Boompjes erdoor extra gemarkeerd. Aan de rivierzijde heeft het gebouw een lichtkuntswerk als omlijsting, die van kleur kan veranderen. We lopen verder langs de Boompjes, lopen over de Nieuwe Leuvebrug Aan de rechterhand zien we het Inntel hotel van architectenbureau Tuns & Horsting uit 1989. Oospronkelijk bestond het complex uit een hotel en een Imax-bioscoop. Inmiddels is het bioscoopdeel gesloopt om plaats te maken voor een hoteluitbreiding met 5-sterren faciliteiten. Aan de zijde van het de Leuvehaven is het gevel voorzien van witte en grijze platen. Het gebouw staat op poten. De ruimte onder het gebouw aan de havenkade fungeert als parkeergarage. De entree van het hotel aan de Schiedamsedijkzijde ligt op niveau van de dijk, die een rol als waterkering speelt en daarom niet aangetast mocht worden. Aan de zijde van de Schiedamsedijk is te zien dat het gebouw zowel de rooilijn van de dijk volgt als ook een eigen diagonaal, die er schuin op staat. Op de bovenste uitkragende etage is het conferentiegedeelte en het zwembad gelegen. In 2006 is het hotel aan de Boomjeszijde uitgebreid met een toren, die wordt bekroond met een uitkragende daketage.
We slaan linksaf en lopen de Erasmusbrug op.
Aan de overkant van de brug zien we links de Wilheminahof
en de Wilhelminatoren. De Wilhelminahof
vormt de eerste fase van de ontwikkeling van kantoren op de Kop
van Zuid. De kantoren ten behoeve van de rechtbank zijn direct
naast en gedeeltelijk over het gelijktijdig te realiseren
metrostation gebouwd. De overkluizing op 40 meter Het aan de Laan op Zuid (links) gelegen deel huisvest de Belastingdienst en werd ontworpen door Cees Dam & Partners Links aan het Wilhelminaplein staat de Maastoren uit 2009 van Diederik Dam. Met 161 meter is dit gebouw voorlopig het hoogste in Nederland. Het complex staat deels op een ingepolderd stukje van de Koningshaven. Het 44 etages hoge gebouw bestaat uit kantoren voor o.a. Deloitte en AKD en 8 lagen parkeergarages. Duurzaamheid is in het project gebracht door o.a. het Maaswater en ondergrondse warmteopslag te gebruiken voor koeling en verwarming van het gebouw. Het maaswater vult ook het sprinklersysteem. De voet van het gebouw is gemaakt van antracietkleurige natuursteen, met een glaswand, die twee lagen hoog is. Aan de waterkant bevat een glazen ruimte de receptie. Verder naar boven verandert de aluminium gevelbeplating van antraciet naar wit aan de top. Aan de straatzijde is de gevel zwart. De directiekamer is op de 45e etage en biedt een panoramisch uitzicht over de stad en de haven. Het hoogste punt is 's nachts verlicht. We lopen de brug verder af en slaan bij het stoplicht rechtsaf.
We staan nu voor het "Belvedère" aan,
het eerste gebouw op de Wilhelminapier dat we tegenkomen. In dit
gebouw (2000) van de hand van Renzo
Piano (Parijs) is het
regiokantoor van KPN telecom gehuisvest. Bekend is Piano Tegenover het Bellvedere staat het
nieuwe Luxor Theater, naar een ontwerp van Peter Wilson
(Architekturbüro Bolles & Wilson). Groter, moderner en meer
toegesneden op de moderne eisen dan het oude. Bovendien is het
nieuwe the Een inwendige oprit maakt het mogelijk dat 18 meter lange vrachtwagens direct het toneel kunnen bereiken. De expeditiestraat is verborgen achter oranje V-vormige kolommen. Het theater biedt plaats aan 1500 toeschouwers. Er is ook een horecagelegenheid - restaurant Leipzig - met terras met uitzicht over de Rijnhaven in het project opgenomen We slaan bij het stoplicht rechtsaf , en lopen vervolgens over de Wilhelminakade. Achter het KPN-gebouw wordt nu druk gebouwd aan het kantorencomplex "Rotterdam". Een ontwerp van het Internationaal vermaarde bureau OMA van Rem Koolhaas, dat ook in Rotterdam is gevestigd. De Rotterdam maakt deel uit van het masterplan Wilhelminapier van Sir Brian Foster, dat op zijn beurt weer deel uitmaakt van de Kop van Zuid, de grootschalige herinrichting en revitalisatie van het havengebied aan de Zuidoerver van de Nieuwe Maas. Met name de directeur stadsontwikkeling Riek Bakker speelde een centrale rol in het ontwerp en realisatie van dit plan. De Rotterdam zal uit drie onderling verbonden torens bestaan van elk ongeveer 150 meter hoog. Vooral het enorme vloeroppervlak van 160.000m² breekt records. In het complex is plaats voor een hotel (280 kamers), 220 appartementen, een bioscoop met 850 zitplaatsen en kantoorruimte, die vooral door gemeentelijke diensten zal worden bezet. Het was vooral deze gemeentelijke toezegging, die het project als vorm van crisisbestrijding van de grond trok. De bouw is in 2009 begonnen en zal pas in 2013 zijn voltooid. We lopen verder over de Wilhelminakade We zien nu de zijgevel van de de voormalige vertrekhal van de Holland-Amerikalijn. Op de gevel kunnen we lezen dat hier nu de Cruise Terminal gevestigd is. De Wilhelminapier waar we nu staan was voor de oorlog grotendeels in handen van de Holland-Amerikalijn, dat hier haar hoofdkantoor had en een groot aantal loodsen. Veel loodsen werden in 1940 verwoest. In 1946 werd hier voor transatlantische passagiers een vertrekhalgebouwd door Brinkman, Van den Broek en Bakema, alledrie exponenten van het Nieuwe Bouwen. Het gebouw bestaat uit een betonconstructie van zes schaaldaken. De zijgevels zijn geheel voorzien van glas. Onder het meest rechtse schaaldak is nu de Zaal Rotterdam gevestigd. De rest van het gebouw wordt ingenomen door de Cruise Terminal Rotterdam. De terminal moet de ambities van de gemeente om Rotterdam een positie te geven in de Cruise markt gestalte geven. Inmiddels heeft de Holland Americalijn wederom Rotterdam gekozen als vestigingsplaats voor haar Europese hoofdkantoor. We lopen verder langs de Wilhelminakade. Links passeren we het voormalige werkplaatsengebouw Las Palmas van de Holland-Amerikalijn. Dit gebouw werd in 1953 voltooid naar een ontwerp van bureua Van de Broek en Bakema, als laatste project van de wederopbouw van het HAL-complex. Hier waren magazijnen en werkplaatsen ondergebracht. Vrachtwagens konden door het midden van het gebouw passeren. Ook - de nog steeds aanwezige - liften waren berekend op zwaar transport. De gevels bestaan uit prefab-elementen. In 2001 kreeg het gebouw een culturele bestemming. In 2007 werd het gebouw heropend als Nederlands Fotomuseum. De revonatie en herbouw werd ontworpen door BenthemCrouwel architecten. Aan de achterzijde van het gebouw is op de begane grond een groot restaurant Las Palmas gevestigd. Boven op het gebouw liet projectontwikkelaar OVG voor zichzelf een ellipsvormig kantoor bouwen. Het gebouw "Penthouse" genoemd, zweeft boven het Las Palmas gebouw omhoog gehouden door stalen pilaren. De ronde einden van het kantoorgebouw contrasteren opzettelijk met de rechthoekige ontwerpen in de omgeving. De zware goederenlift van Las Palmas maakt de parkeerplaats op het dak per bereikbaar. Het bouwwerk bestaat uit twee lagen met uitzondering van de directiekamer aan de oostzijde die een dubbele hoogte heeft. Naast de Cruisterminal staat het gebouw van Marine Safety Rotterdam. Het gebouw is de verpakking van een enorme simulator, waarmee (toekomstige) stuurlieden en kapiteins kunnen oefenen in het besturen van schepen. Het glazen gebouw is ontworpen door Sir Norman Foster. We lopen links om het Las Palmas gebouw tot de Otto Reuchlinweg. Voor ons zien we links het complex New
Orleans uit 2010 van de Portugese architect Alvaro
Siza. De naam New Orleans benadrukt de
kosmopolitische functie die dit gebied heeft gehad voor de stad
en het land. Het verwijst ook naar een voormalig pakhuis In het gebouw zijn 234 appartementen gerealiseerd varierend van 65 tot 212m². Daar zitten koop- en huurwoningen en "serviced appartments" tussen. De laatste categorie zijn gemeubileerde appartementen voor tijdelijke huurders met een uitgebreid dienstenpakket. Alle bewoners van het complex kunnen gebruik maken van de gym, het zwembad en de gastenverblijven. De New Orleans is een vierkante toren, die op de bovenste 4 lagen iets verjongt. Op elke etage zijn 4 appartementen, behalve op de bovenste lagen met twee, respectievelijk één penthouse. De gevel is bekleed met marmer hetgeen de hoge kwaliteit moet uitstralen. Alle appartementen hebben een loggia als buitenruimte. Op 4 etages hoge voet ligt het gemeenschappelijk terras en het zwembad. In de voet is art house bioscoop en muziekzaal Lantaren/Venster gevestigd. Deze bestaat uit 5 bioscoop zalen (totaal 500 plaatsen), een foyer en restaurant en een multifunctionele zaal met een grote speelvloer (300 zitplaatsen). De constructie van het bioscoop staat los in een grotere ruimte, zodat, mocht de bioscoop geen succes worden zij eenvoudig verwijderd kan worden. Het interieur van Lantaren/Venster is ontworpen door het Rotterdamse bureau M2R. We kijken nu naar rechts. Daar staat de woontoren Montevideo.
Het was bij realisatie in 2005 het tot dan toe
hoogste woongebouw (151m) van Nederland. De naam Montevideo
benadrukt de kosmopolitische functie die dit gebied heeft gehad
Montevideo is een ontwerp van Francien Houben, één van de oprichters van het Delftse bureau Meccanoo. Inspiratie vond Houben bij de woonwolkenkrabbers in Amerikaanse steden als New York. Het gebouw is samengesteld uit verschillende delen, waarin zich verschillende woningtypes bevinden, die namen hebben als loft, sky, city en water. De appartementen zijn niet gelijkvloers, maar zijn als het ware gestapelde herenhuizen. Het complex is voorzien van allerlei luxe voorzieningen voor de bewoners, zoals zwembad, sportschool andere diensten. Naast woningen is er ook ruimte voor 6000m² kantoren, 1900m² winkels en horecavoorzieningen. Montevideo kan gezien worden als een verticale wijk. De constructie van de toren bestaat uit zowel beton als staal. Beton wordt gebruikt om de structuur van de City- en Loft appartementen vorm te geven terwijl de ruimtelijke mogelijkheden van staal gebruikt worden voor de hoger gelegen Sky appartementen, gelegen vanaf de 27e verdieping. We gaan naar rechts en lopen naar links om het Hotel New York heen, naar de voorzijde van het gebouw. We krijgen nu goed zicht op het voormalige
hoofdkantoor van de Holland Amerikalijn. Sinds 1992 is
hier het Hotel
New York Bij de verbouwing tot Hotel New York is ook in het interieur veel aandacht besteed aan het maritieme karakter van het gebouw. De hotelkamers zijn allen verschillend. Ook het restaurant en grand-café zijn de moeite waar om even te bekijken. Links van het hotel staat staat het World Port Center, net als het Simulator gebouw ernaast van Foster and Partners. In dit bedrijfsverzamelgebouw zijn bedrijven en instellingen gevestigd die een relatie hebben met de scheepvaart en de haven, waaronder het Gemeentelijk Havenbedrijf, de Havenwerkgeversvereniging SVZ en een gemeentelijk calamiteitencentrum. Het WPC bestaat uit twee torens met in het midden de liftschachten. De oostelijke toren is vierkant, meet 89,6 meter en telt 23 etages. De westelijke toren is half rond, meet 125 meter en telt 32 etages. Boven de 29e etage, op 110 meter hoogte, komt een uitkijkplatform. Dit platform springt ten opzichte van de ronde gevel iets terug. Op de 31ste en 32ste etage zijn conferentieruimten. Een parkeergarage biedt plaats aan 350 auto's. Architect Peter Wilson (Bolles + Wilson, Munster Duitsland) heeft het buitenruimteplan ontworpen. Rechts van het Hotel New York is de aanleg steiger van de Watertaxi Rotterdam. We nemen de Watertaxi naar de Veerhaven. <8> Als we in de Veerhaven van boord gaan zien we
aan de rechterhand op de Veerdam nr. 1 het clubhuis van de Koninklijke
Zeil- en Roeivereniging de Maas uit 1908. Het clubgebouw
van de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging 'De Maas' aan de
Veerhaven uit 1908 werd in samenwerking met Michiel Brinkman
door Barend Hooykaas ontworpen. Het gebouw heeft
Jugendstil-invloeden. Hooijkaas was zelf lid van 'De Maas' en
had er een eigen zeilschip liggen. Michiel Brinkman werkte na
zijn studie van 1902 tot 1910 op het bureau van Hooijkaas.
Centraal in het clubgebouw ligt de grote sociëteitsruimte met
tongewelf. De spanten van het gewelf zijn in het zicht De gevels is versierd met verschillende kleuren, motieven en een tegeltableau met golven. Het torentje op de hoek heeft dakpannen in de vorm van schubben. De vorm van de hoofdruimte keert terug in het grote halfronde raam in de zijgevel. Het hoge dak is belegd met groene geglazuurde pannen. Het gebouw is in een Jugendstilachtige stijl ontworpen. In het interieur waren grijze zandstenen pijlers gecombineerd met geelgeverfde spanten en dieprode lambriseringen en deuren. De damessalon - dames zijn sinds 1933 als volledig lid toegelaten - was in lichte kleuren met crème en blauw behang uitgevoerd. Het gebouw is aan de zijde van de veranda enkele malen uitgebreid. We lopen naar links langs de Veerhaven.
Rechts op het Westplein op no. 1-3 staat het Atlantic
Huis (Buskens, 1930). Het was één van de eerste We houden de haven aan de linkerhand en komen aan de andere zijde van de haven Aan de Het interieur is echter Berlagiaans. In 1915 is het pand door dezelfde architecten aan de Noordzijde verdubbeld. Hoewel delen in 1948 en 1960 aan de achterzijden zijn aangebouwd is het pand tot in detail in authentieke staat. Directeur Van 't Hoff woonde op de tweede en derde verdieping. Onder de open galerij zijn de troggewelven in het zicht gelaten. Op de begane grond en eerste verdieping zijn houten lambriseringen aangebracht en bleven de cassetteplafonds in het zicht. In het trappenhuis is een groot glas-in-loodvenster van W. Bogtman aangebracht. Ook in de bovenlichten is glas-in-lood toegepast. Op de eerste etage is een directiekamer met marmeren schouw en jugendstil-ornamenten. Een wandschildering met een havengezicht van Dordrecht bevat kogelgaten uit de Tweede Wereldoorlog. Ook in de gevel zijn nog kogelgaten zichtbaar. Eind jaren negentig werd het gebouw door Van Uden verkocht. In het rijksmonument is nu een communicatieadviesbureau gehuisvest. Het interieur is nog grotendeels in oorspronkelijke staat Op de hoek van met de Westerkade staat het voormalige kantoor van de Steenkolen Handelsvereniging (SHV) het handelsimperium van de families Van Beuningen en Fentener van Vlissingen. Het bedrijf leverde bunkerkolen aan schepen en groeide later uit tot een conglomeraat van bedrijven, waartoe enige tijd ook de Makro behoorde. Het gebouw is in 1914 gebouwd door JP Stok Wzn. Ook dit gebouw is in overgangstijl gebouwd en is daarmee een goed voorbeeld van een kantoorgebouw van een grote havenonderneming rond de eeuwwisseling. De gevel is opgetrokken uit vulkaansteen. Het balkon op de 1e verdieping is versierd met de vier "Atlanten", één met een schop, één met een grondboor en twee kolensjouwers verwijzen letterlijk naar de activiteiten van de SHV. In 1984 beëindigde de SHV haar Rotterdamse havenactiviteiten. We lopen rechtsaf de Westerkade op en vervolgens rechstaf de Zeemanstraat in. Daarna rechtsaf de Calandstraat in en meteen rechtsaf de Parkstraat in. Aan het eind van de Parkstraat op de hoek met de Parklaan staat de Parklaanflat uit 1931. Hier stond een onverkoopbare villa. Architect Van Tijen kocht het perceel aan bouwde voor eigen risico het flatgebouw met zes luxe appartmenten (één per woonlaag; 160m²) en een penthouse voor de architect zelf. De begane grond bestaat uit twee appartementen, waarvan één voor de huismeester bedoeld was. Van Tijen was een architect van het Nieuwe Bouwen. Hoewel het Nieuwe Bouwen beoogde massaal te bouwen voor minder draagkrachtigen, was in de dertiger jaren de tijd hier nog niet rijp voor. De draagconstructie bestaat uit een staalskelet met houten vloeren. Het heeft de eerste glazen gevel in Nederland. We gaan vanuit de Parkstraat linksaf de Parklaan op. Aan het einde van de straat gaan rechtsaf en vervolgens linksaf Het Park in. Het Park werd in 1852 naar een ontwerp van de landschaparchitecten Zocher uit Haarlem aangelegd in een Engelse Landschapstijl. In 1851 had de gemeente een particulier buitenplaats aangekocht. De Zochers hadden ook het Vondelpark in Amsterdam ontworpen. Later zouden zij ook de Westersingel inrichten. In 1863 was het park klaar. In 1875 werd het nog in westelijke richting uitgebreid. Het is aangelegd in de traditie van het Engelse landschapspark. Veel onregelmatige vormen in paden en waterpartijen, zodat het "natuurlijk" aandoet, zonder echt wild te worden. De aanleg van de Maastunnel sneed een stuk aan de westzijde van het Park af. In 1953 leed het Park veel schade van de watersnoodramp. Ter gelegenheid van de Floriade van 1961 werd het park opgeknapt volgens plannen van Bijhouwer en Vroom. De Euromast verrees naast de Maasstunnel. Er staan een aantal gebouwen in Het Park. Het eerst komen we de Villa Parkzicht tegen uit 1913, dat verrees op de locatie van een Officierensociëteit uit 1856. Het is altijd een horecagelegenheid geweest, van theehuis tot gabberdiscotheek. Het huidige uiterlijk ontstond na een verbouwing door gemeentearchitect Voskuyl in 1946. We lopen voorbij Parkzicht (houden het aan de rechterhand), steken de brug over en slaan rechtsaf. <9> Als we na enkele meter linksom kijken zien we
imposante Euromast. De Euromast werd in 1958-60
We lopen verder Links voor onsn de linkerhand zien we het labyrinth en het Heerenhuys, ook wel de buitenplaats de Heuvel genoemd. Het dateert uit 1800. De buitenplaats werd in 1875 bij het Park gevoegd. Er is nu een grand-café en restaurant gevestigd. Rechts naast het Heerenhuys staat het witte koetshuis van de Heuvel. Het werd in 1870 gebouwd volgens een ontwerp van J.F. Metzelaar. We lopen rechtdoor en passeren het Koesthuis. Vervolgens de brug over en links aanhouden Aan de rechterhand zien we de Parkflat liggen. De parkflat, met luxe appartementen is in 1958 voltooid door architect Groosman. Het heeft ook een gemeenschappelijk dakterras. Aanvankelijk was hier een gebouw van vier etages gedacht, dat aan zou sluiten op de bebouwing van de Westzeedijk, maar Groosman vond dat hoogbouw aantrekkelijker was in verband met het uitzich over het Park en de rivier. De flat staat niet los, maar is verbonden met een laag deel dan aansluit op de bebouwing lansg de Westzeedijk. We lopen in de richting van de Noorse Kerk. De Noorse Zeemanskerk stond eerst aan
de Parkhaven, maar moest vanwege de tunnelaanleg in 1937 worden
verplaatst. De kerk is het resultaat van een initiatief van de
Noorse dominee Saxe, die als Aan de overkant van de Westzeedijk ligt het Erasmus Medisch Centrum (voorheen Dijkzigt Ziekenhuis en de Medische Faculteit van de Erasmus Universiteit. Het eigenlijke ziekenhuis is het lichtgele gebouw links - van hieruit niet goed te zien. Het werd in 1961 geopend als gemeentelijk ziekenhuis, ter vervanging van het in de oorlog verlorengegane Coolsingelziekenhuis. Het indertijd modernste ziekenhuis van Europa werd ontworpen door Ad Viergever (1902-53), destijds in dienst van de dienst Gemeentewerken Rotterdam. Op elke etage zijn er twee gangen met patiëntenkamers aan de buitenzijden en dienstvertrekken en -ruimtes in het midden. Het gebouw is door middel van trappenhuizen in drie secties verdeeld. De operatieskamers bevinden zich op de bovenste etages. In een aparte gebouw is het zusterhuis ondergebracht. Het gebouw is inmiddels sterk verouderd en zal de komende jaren worden vervangen door nieuwbouw. Verwachte oplevering is in 2017. In 1965 besloot de regering een zevende medische faculteit te stichten in Rotterdam, die later in 1973 met de Nederlandse Economische Hogeschool de Erasmus Universiteit zou vormen. Voor de bouw van de faculteit ten oosten van het ziekenhuis, moesten de Ahoy hallen uit 1950 worden gesloopt. Het witte gebouw werd in 1968 voltooid door architecten Hagoort en Martens. Zij maakten deel uit van een Delfts bureau dat zich later OD205 ging noemen. Het is 114 meter hoog. De hoogbouw bevat laboratoria en kantoren, de laagbouw collegezalen. Het betonskelet gaat schuil achter witte alluminiumplaten. De bouwtijd was uitzonderlijk kort door de toepassing van prefab-elementen. Het gebouw torende destijds uit boven de toen 100 meter hoge Euromast. De nieuwbouw is ontworpen door het bureau EGM uit Dordrecht. Het grote nieuwe gebouw moet aansluiten op bestaande gebouwen van de Medische faculteit en het Sophiakinderziekenhuis. Door het gebruik van atria is de daglichttoetreding maximaal en het gebruik heeft via de gevels een maximale orientatie op de stad. De hoogbouw is vanaf ver te zien en daarmee ook een oriëntatiepunt. We lopen rechtsaf de Westzeedijk op en steken bij de oversteekplaats met stoplichten over.
We komen nu bij het voormalige Land van Hoboken. Voor ons zien we het Natuurmuseum. Het is gevestigd in de voormalige villa Dijkzigt van de familie Van Hoboken uit 1852. Het is een neo-classicistisch bouwwerk van Metzelaar. De glazen uitbreiding dateert van 1995 en is ontworpen door bureau Mecanoo. Rechts ervan staat de Kunsthal. De Kunsthal
is een ontwerp van Rem Koolhaas
uit 1992. Het is een van Koolhaas' eerste ontwerpen, waarin hij
zijn architectonische "ei" volledig kwijt kon. Het gebouw trekt
internationaal de volle aandacht van architectuurliefhebbers en
-kenners, maar heeft in het gebruik toch wat eigenaardigheden en
gebreken. Het gebouw dient als expositieruimte voor bijzondere
tentoonstellingen waarvoor in de bestaande musea In de gevels zijn travertin en geteerd beton gebruikt met grote glasoppervlakken. Alle gevels zijn verschillend. De verschillende materialen, van duur tot goedkoop en van verfijnd tot banaal contrasteren fel met elkaar. Op het dak staat het beeld 'Kameel' van Henk Visch uit 1992, te zien vanaf de Westzeedijk. De bedoeling was dat het beeld een plaats zou krijgen in de omgeving van de Kunsthal als vervreemdend element op een betonnen vlakte. De vlakte kwam er niet omdat dan kabels en leidingen onbereikbaar zouden worden. Om de vervreemding toch een plaats te geven werd de Kameel met zijn begeleider op het dak geplaatst. Via de voetgangershelling lopen we door het gebouw het museumpark in. Het Museumpark is ontworpen door de Franse landschapsarchitect Yves Brunier in samenwerking met bureau OMA van Rem Koolhaas. Het ontwerp is in 1992 uitgevoerd. Het park is nadrukkelijk kunstmatig en sluit totaal niet aan bij de museumtuin van Boijmans en de daarnaast gelegen rozentuin. Veel beton en astfalt. Van de "museumzone" bij de Kunsthal en Natuurhistorisch museum, komen we via een brug in de Romantische Tuin. Er achter ligt het evenemententerrein ( voor o.a. Parade en Openluchtbioscoop). Tenslotte komen we bij de voorhof met tientallen bomen , die de overgang vormt naar het Nederlands Architectuurinstituut. Onder het museumpark is van 2006 tot 2010 een parkeergarage (en regenwaterbassin) aangelegd, waardoor het park langdurig onbruikbaar was. In 2011 is het in oude "luister" hersteld. <10>
Het oorspronkelijke bouwdeel is specifiek
ontworpen voor de collectie van het museum in die tijd. Ruimte,
lichtinval en klimaat waren afgestemd op specifieke kunstwerken.
Op de begane grond was ruimte
Voor ons staat het Nieuwe Instituut
. De ontstaansgeschiedenis van het
instituut was niet eenvoudig. Er ging een heuse
Amsterdam-Rotterdam strijd aan vooraf. Uiteraard won Rotterdam
op goede argumenten. De toenmalige ministe Elk deel is bekleed met ander materiaal. De hoogbouw en foyer hebben glasgevels, het archief is met metalen platen bekleed, terwijl het expositiedeel uit metselwerk is opgebouwd. Met dat metselwerk wordt aansluiting gezocht met het Museum Boymans-Van Beuningen dat er tegenover ligt. In de vijver staat een kunstwerk van Auke de Vries. We slaan rechtsaf (Museumpark) en zien aan onze linkerhand een aantal witte villa's. Op de hoek met de Jongkindstraat staat een villa naar een ontwerp van G.W. Baas en Stokla (1938). Het is een stuk lichtvoetiger van ontwerp dan de villa's van Brinkman en Van der Vlugt verderop, met name de ronde balkons en de luifels getuigen hiervan. De villa is ontworpen als woonhuis. De vrije compositie werd mogelijk door de toepassing van een - in die tijd niet al te gebruikelijk - betonskelet. In de villa is sinds 1993 het Chabot Museum, gewijd aan de expressionistische schilder, gevestigd. We lopen iets verder richting kerkgebouw. Op Museumpark nr. 9 staat het
woonhuis van de kinderchirurg Boevé. Het is een ontwerp
van Brinkman
en
Van der Vlugt, Een deur verder op nr 7 staat het woonhuis voor de familie Merkes uit 1934. Dit lijkt ook een witte betonvilla te zijn, maar is oorspronkelijk helemaal van baksteen en sloot zo aan op het tegenovergelegen museumgebouw. Het kubische bouwwerk is symmetrisch van opzet en ontwopren door J.F. van Teefelen voor de juwelier en kunstverzamelaar Merkes. Het huis had moest behalve als woning ook dienen voor het tentoonstellen van de kunstcollectie van Merkes. Merkes mocht de oplevering van zijn huis echter niet meemaken. Hij overleed in 1932. Het Natuurhistorisch museum vond hier zijn onderkomen tot 1961, waarna het werd verbouwd tot tandartsenpraktijk. Daarvoor werd een loggia aan de voorzijde dichtgezet en de gehele gevel witgepleisterd. We lopen verder richting Westersingel. Op de hoek met de Westersingel (nr. 76) staat de Remonstrantse kerk uit 1897. Tot dan toe hadden de Remonstranten slechts een schuilkerk ter beschikking, hoewel dat na 1795 niet meer nodig was. De toren valt het meest op. Het portaal aan de Westersingelzijde wordt gesierd met het motto: "Eenheid in het nodige, Vrijheid in het onbekende, In alles de Liefde". Daarboven is een mozaïek te zien met een engel en de letters alpha en omega. In het interieur zijn art-nouveau elementen te vinden zoals de glas-in-loodramen. De kerk is ontworpen door Henri Evers, die later ook het Rotterdamse stadhuis zou ontwerpen. Het gebouw is nu - naast kerkgebouw - een podium voor kunst, cultuur en debat en heeft Arminius, genoemd naar de grondlegger van het Remonstrantse geloof in de 17e eeuw. We lopen terug naar de hoek met de Jongkindstraat en slaan bij het Chabotmuseum rechtsaf. We lopen tot de volgende straathoek met de Rochussenstraat. Op Jongkindstraat nr 12 staat de villa
Sonneveld (1933). Dit is de andere villa van
Brinkman en Van der Vlugt in dit wijkje. Sonneveld was één van
de directeuren van de Van Nellefabriek, die beide architecten
ook hebben Kees van der Leeuw, directeur van de Van
Nellefabriek was een overtuigd aanhanger van het Nieuwe Bouwen
en meer dan één opzicht een "modern" mens. Hij gaf
Brinkman en Van der Vlugt opdracht voor het bouwen van de
beroemde fabriek in de Spaanse Polder. Ook zijn woonhuis in
Kralingen werd door deze architecten gebouwd. Sonnenveld was
adjunct directeur van de Van Nelle fabriek. Voor hem bouwden
Brinkman & Van der Vlugt deze villa aan de rand van het land
van Hoboken aan de Jongkindstraat. Voor de Het huis is een toonbeeld van functionalisme. De begane grond bestaat uit een betegelde onderbouw, waarin de dienstvertrekken waren gevestigd. De onderbouw springt terug van de rest van de gevel waardoor de bovenbouw lijkt te zweven. De woonetage is voor zien van grote raampartijen. De woonkamer bood uitzicht op het toen nog onbebouwde Land van Hoboken. Op de tweede etage waren de slaapvertrekken en boven op een dakkamer met dakterras. Licht en lucht hebben volop toegang tot het huis hetgeen, in combinatie met de uitstekende moderne sanitaire voorzieningen, past in het belang dat Nieuwe Bouwers stelden aan hygiëne en gezondheid. Het interieur was kleurig en werd gekenmerkt door een zucht naar comfort en luxe. Sonneveld was geen vooruitstrevende kunstliefhebber, maar was wel geïnteresseerd in moderne techniek. De woning zat vol technische snufjes, zoals dienstliftjes, een centrale klok, ingebouwde radio's, huistelefoon en een centraal oproepsysteem. De familie stapte bij de verhuizing naar het huis in 1933 in nieuw tijdperk in. Ze namen bij de verhuizing vrijwel niets mee uit hun oude huis aan de Heemraadsingel. Brinkman en Van der Vlugt hebben zich bij het ontwerp verdiept in de leefwijze van de familie. De vertrekken van bewoners en personeel zijn strikt van elkaar gescheiden. De kleuren van de kamers zijn gekozen in overeenstemming met de wensen van de familieleden. Ook de technische voorzieningen van het huis zijn ontworpen in samenspraak met het gezin. Vanaf 1957 was de villa in gebruik als Consulaat van België. Gelukkig hebben de Belgen weinig geld aan het huis gespendeerd, waardoor het nagenoeg in oorspronkelijke staat verkeerde toen het Consulaat in 1996 werd gesloten en de villa werd aangekocht door de Stichting Volkskracht Historische Monumenten. De stichting heeft de villa laten restaureren door Joris Molenaar. Ook het interieur werd gereconstrueerd aan de hand van (familie)foto's. Het huis is te bezichtigen in combinatie met het naastgelegen Nederlands Architectuurinstituut. We lopen rechtsaf de Rochussenstraat op naar het Eendrachtsplein. Hier gaan we linksaf. We lopen over het Eendrachtsplein en slaan vervolgens linksaf de Nieuwe Binnenweg op. Het Oude Westen ontstond in de tweede helft
van de 19e eeuw. Op het grondgebied van de gemeente Delfshaven
ontwikkelden particuliere aannemers goedkope huizen op een
eenvoudige verkaveling, die het Hammel ontwierp de twee bekendste projecten in de wijk: de verbouwing van het zalencomplex Odeon en woningbouw met winkels "De Boogjes" aan de Nieuwe Binnenweg. Het project verving een gedeelte van het noodwinkelcomplex uit de 2e wereldoorlog, dat nog tot in de jaren zeventig was blijven staan. Het was één van de eerste stadsvernieuwingsprojecten waarbij een projectgroep met vertegenwoordigers van bewoners, gemeente, opdrachtgevers en deskundigen optrad. Hammel beoogde de gezellige sfeer van de Oude Binnenweg door te zetten door het straatprofiel te verkleinen. Het bestaat uit vier bouwblokken aan de linkerzijde van de Nieuwe Binnenweg. De blokken zijn opgebouwd uit winkels op de begane grond met daarboven drie lagen appartementen en op de kop aan het Eendrachtsplein hotel Emma. De vier blokken hadden aanvankelijk karakteristieke arcades op de begane grond waardoor de winkels terug lagen ten opzichte van de voorgevel. Dit waren ‘De Boogjes’ waaraan het gebouwencomplex zijn naam te danken heeft. De arcades moesten voor een intieme sfeer zorgen. Tussen de bouwblokken ontstonden kleine verkeersvrije straatjes, waar woningen met tuintjes staan. Al snel na de bouw bleek het concept van de arcades niet te werken en zelfs (kleine) criminaliteit uit te lokken. De arcades zijn te laag en het grote aantal veel te brede kolommen zorgde ervoor dat het winkelende publiek zich niet op zijn gemak voelde. In 2001 heeft de Vereniging van Eigenaren De Boogjes het initiatief genomen hier een oplossing voor te vinden. Het geselecteerde Delftse bureau Mecanoo heeft ervoor gekozen de arcades te slopen en nieuwe winkelpuien met 2,60 meter naar voren te brengen. Hierdoor krijgen de winkels meer etalageruimte en wordt het trottoir verschoven naar de straat. De winkels kregen een luifel, die aan de twee koppen verticaal worden omgeklapt in de vorm van boekensteunen. Hierdoor ontstaat een groepering van de vier blokken en profileert het complex zich nog meer als één geheel. De twee boekensteunen krijgen een invulling van steeds veranderende gedichten, beheerd door Poetry International Rotterdam, door middel van losse witte letters achter glas. Aan de overzijde op We lopen over de Nieuwe Binnenweg en nemen de eerste zijstraat rechts, de Gouvernestraat. In deze straat staat het Theater/Bioscoopcomplex Lantaren/Het Venster. Ooit begonnen als een initiatief van industriëlen als educatief centrum ter opvoeding van de arbeiders onder de naam "Ons Huis". Na de oorlog is het herbouwd onder leiding van J. Bakema. Het nieuwe centrum waarin ook film een belangrijke plaats in ging nemen was moeilijk te exploiteren. In 1969 nam de Rotterdamse Kunststichting het over. Sinds 1978 zijn Bioscoop Het Venster en Theater Lantaren verenigd in één gebouw. In 1980 en 1991 is het nogmaals grondig verbouwd. De architectuur van Bakema, die enigszins op De Stijl uit de jaren 20 was gebaseerd is daarbij volledig verloren gegaan. Het theater was ook de bakermat van het inmiddels vermaarde Internationale Filmfestival Rotterdam. In 2010 verhuisde na 101 jaar het (film)theater naar de Wilhelminapier en vond onderdak onder de woontoren New Orleans. Onlangs heeft de gemeente Rotterdam besloten het pand aan de Gouvernestraat 133 te kopen. Daarmee blijft voor de korte termijn de culturele bestemming van het pand behouden. Het achterstallig onderhoud wordt weggewert en het gebouw biedt een podium voor Theatergroep Max, Productiehuis Rotterdam en Dansateliers. Over de toekomst van het pand op lange termijn zal pas na 2012 een besluit worden genomen (in het volgende Cultuurplan). We lopen zo'n 100 meter verder op de Gouvernestraat Aan de linkerzijde van de straat zien we een woonblok van het eerste stadsvernieuwingsproject in Rotterdam. Architect was Ben Hoek van Studio 8 Het gaat om twee lagen met maisonettes met opvallende halfronde trappenuizen aan de uiteinden, die leiden naar de gallerijen op de eerste en tweede verdiepingen, waar de ingangen van de woningen zich bevinden. De gallerij op de eerste verdieping is breder en dient als uitbreiding van het trottoir en biedt ruimte voor spelende kinderen. De trottoirs van de straat zijn vergroot door de rooilijn naar achteren te plaatsen. Verderop in de Gouvernestraat komen we dezelfde bouwvorm weer tegen, maar nu aan weerszijden van de straat. De trappenhuizen zijn afgedekt met een eveneens halfrond dakje, dat als een soort ornament is vormgegeven. In de gevels van de woningen zijn de galerijen het meest dominant. De eigenlijke gevels zijn met houten puien ingevuld, waarbij de pui naar boven toe veelal smaller wordt. De driehoekige erkers van de bovenste maisonnettes vormen een soort zaagtandpatroon in de langsgevels. Kleur- en materiaalgebruik en vormgeving van de woningen zijn karakteristiek voor de late jaren zeventig. We lopen de Gouvernestraat uit. We passeren aan de rechterkant
Het werd door de Gebr. Aalbers, in samenwerking met het bedrij We slaan rechtsaf de West-Kruiskade op en lopen tot het Kruisplein. Hier slaan we linksaf.
Aan de linker kant van het Kruisplein, voorbij het gebogen complex met jongerenhuisvesting van archtiectenbureau Meccanoo uit 1981 staat het Europoint gebouw. Dit gebouwencomplex ontrekt het Bouwcentrum van architect Joost Boks uit 1948 aan het zicht. Gelukkig is er een doorgang in het gebouw, die toegang geeft tot een binnenterrein waar we het 16 hoekige oude tentoonstellingsgebouw van Bouwcentrum kunnen bereiken. Het in 1948 geopende Bouwcentrum was een
initiatief van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA) en het
Centraal College van het Bouwwezen en had als taak voorlichting
en documentatie van de bouwtechniek te bevorderen en uit te
voeren. In het Bouwcentrum konden Het centrum heeft een opvallende vorm: het is een
regelmatige 16-hoek met de zijdemaat van 9 meter een een diameter
van 45 meter. Aan de randen bevinden zich op drie lagen
tentoonstellingsruimtes aan gallerijen met geheel gesloten gevels.
Daglicht valt naar binnen via een vide. In de vide staat een
paddestoelachtige constructie met drie vloeren, die verspringen
ten De centraalbouw is voorzien van een viertal uitbouwen: de oorspronkelijke entree aan de Diergaardesingel voorzien van uitbouwen aan weerszijden en een café-restaurant aan de oostzijde. De uitbouwen voorzagen in kantoorruimte, een bibliotheek, een vergaderzaal en een lezingzaal voor honderdvijftig personen. Het gebouw is, zoals een modern wederopbouw gebouw betaamd, opgebouwd rond een betonskelet, dat is opgevuld met wanden van baksteen. Die wanden zijn echter in een sierverband gemetseld, wat weer traditioneel genoemd mag worden. Het gebouw was beroemd vanwege zijn typische vorm, maar was tegelijkertijd heel lastig uit te breiden. In 1955 werd een langwerpig bouwblok langs het Weena gebouwd met de baksteen sculptuur van Henry Moore. Het gebouw bevatte een grote expositieruimte van twee verdiepingen met magazijnen en werkplaatsen. De tweede verdieping bevatte kantoorruimte rond een binnenplaats. Tussen 1967 en 1970 werd het Bouwcentrum nogmaals uitgebreid. Ditmaal met een hoogbouw aan het Kruisplein van 18 verdiepingen, een middelhoog gebouw en een parkeergarage. Dit werd ontworpen door Middelhoek en Eikelenboom met wie Boks zich in 1958 had geassocieerd. Boks verliet de maatschap in 1965 vanwege gezondheidsproblemen. In 1974 fuseerden Middelhoek en Eikelenboom met het familiebedrijf Gerritse uit Dordrecht tot EGM architecten. Allen hebben zich inmiddels teruggetrokken uit dit bureau. In 1991 werd het Bouwcentrum gerenoveerd. De gevels van de laagbouwdelen zijn bekleed met lichtgrijs gemoffelde aluminium gevelplaten. Bijzonder geslaagd is de renovatie van het oude ronde tentoonstellingsgebouw Schiller Architecten in 2000. Het oude Bouwcentrum heeft de status van wederopbouwmonument. Het oude Bouwcentrum is nu in gebruik als kantoor door Vestia woningcorporatie. De laagbouw aan het Weena wordt gebruikt door Woonbron woningcorporatie, terwijl de hoogbouw in gebruik is bij Nauta Dutilh advocaten en notarissen. Het Bouwcentrum zelf is verhuisd naar het voormalige gebouw van Nationale Levensverzekeringsbank aan de Kruiskade. We verlaten de binnenplaats en slaan op het Kruisplein weer linksaf richting het Centraal Station
|
© Eddy le Couvreur, 2011
Laatste bewerkt: 07-11-2011