Op pad in Rotterdam

Wandeling C - "Centrum" (9,5km)

 

In de wandeling is een tramrit opgenomen. Voor reizen met het openbaar vervoer heeft u een OV-chipkaart als vervoerbewijs nodig. Als u (nog) geen OV-chipkaart heeft kunt u deze bij het informatiepunt in het centraal station aanschaffen. Als alternatief kunt u daar ook een wegwerpchipkaart kopen die één dag  geldig is voor onbeperkt reizen met RET trams, metro's en bussen.  (50% voor kinderen en 65+). U kunt deze dagkaarten ook laden op uw oplaadbare chipkaart. Bij de chauffeur of conducteur in de tram is ook een wegwerpkaartje voor twee uur  te koop. Ook is in de wandeling een overtocht met de watertaxi opgenomen.
Kaart van de wandeling

Nummers <1> t/m <10> in de tekst corresponderen met nummers op de kaart.

download de kaart


 

De wandeling begint voor het Centraal Station.

Metro Centraal Station (lijnen D en E)

Tramhalte lijnen 4, 7, 8, 20, 21, 23, 24 en 25

<1>

Het oude stationsgebouw uit 1957 heeft plaats gemaakt voor een nieuw Rotterdam Centraal, ontworpen door de architecten Benthem, Van Schooten en Geuze. Opvallende elementen zijn de integraleCentraal Station glazen perronkap, die alle sporen overkapt en aan de voorzijde de in een 30 meter hoge punt oplopende stationshal. Voor en achterzijde van het station worden met de perronopgangen verbonden door een 45 meter brede reizigerstunnel, waaraan winkels en horeca liggen. In de stationshal leiden trappen naar het metrostation. Dit metrostation is in 2009 verbouwd naar een ontwerp van Maarten Struijs. Het is licht en kleurrijk van opzet en heeft nu drie sporen in plaats van de oorspronkelijke twee. De Rotterdamse metro werd in 1968 in gebruik genomen en was daarmee de eerste in Nederland. De lengte van de lijn naar Zuidplein was toen maar 5,9km. Tegenwoordig heeft Rotterdam 5 metrolijnen met een totale lengte van 78km. Onder het stationsplein ligt een ondergrondse fietsenstalling voor ruim 5400 fietsen. Het station is in 2014 officieel geopend door koning Willem-Alexander en is een hoogwaardig knooppunt, waar Hoge Snelheidstreinen, metro, tram, bus en natuurlijk de NS-trein samenkomen. Het vormt de kern van het ontwikkelgebied Central District dat de komende jaren verder zal worden uitgebouwd.

Weena: Groothandelsgebouw en Nationale NederlandenAls we met de rug naar het station staan zien we rechts het Groothandelsgebouw staan. Aan het gebouw is van 1948 tot 1952 gebouwd. Het moest het, door het bombardement van 1940 ontstane, tekort aan bedrijfsruimte lenigen. Uit het buitenland had men het idee ontleend om een bedrijfsverzamelgebouw te bouwen hetgeen de huurkosten (vanwege de gemeenschappelijke voorzieningen) zou kunnen drukken. De architect Maaskant was de belangrijkste architect van het gebouw. Het gebouw is gebouwd rond drie binnenhoven. De bedrijven kunnen worden bevoorraad via interne verkeerswegen op verschillende niveaus. Op het dak zien we de voormalige bioscoop Kriterion. Het projectiescherm hing voor het venster. Tijdens de pauze werd dat scherm opgehaald, zodat het publiek dan van het uitzicht over de stad kon genieten. Op het dak is in de zomermaanden een terras. Er is een daktuin met een prachtig uitzicht voor werknemers van de bedrijven.

Links staat het gebouw Delftse Poort van Nationale Nederlanden. Het is met 150m het hoogste gebouw van Nederland. Het bestaat uit twee torens van ongelijke hoogte met een centraal lager gedeelte dat door een koepel wordt bekroond. Het is in 1991 opgeleverd en de architect was A. Bonnema.

We gaan linksom rond het stationsplein, voor het Nationale Nederlanden gebouw langs.

Op het Weena tegenover Nationale Nederlanden staat het Plaza-gebouw. In het gebouw bevinden zichNationale Nederlanden kantoren en woningen. Op de begane grond is een overdekt winkelcentrum. Ook is hier het casino gevestigd. Opvallend aan dit witte metalen gebouw is het protserige goudkleurige gevelbeeld boven de ingang van het Casino. Rechts van het Plaza staat de Millenniumtoren uit 2000, waarin opnieuw kantoren en een vijfsterrenhotel (Westin) zijn gevestigd. Architecten zijn van het Canadese bureau Webb Zerefa Menkes Housden Partnership, die ook de CN tower in Toronto bouwden, het hoogste bouwwerk ter wereld. Volgens de architecten verwijst het gebouw in zijn vorm naar het Witte Huis, ooit het hoogste gebouw van Europa. Door de gelijkenis met de traditionele Amerikaanse wolkenkrabber kan men er ook een verwijzing naar het Empire State Building in New York in zien.

We gaan linksom rond het stationsplein, voor het Nationale Nederlanden gebouw langs.

Op het Weena Afbeelding:Rotterdam Weena.jpgtegenover Nationale Nederlanden staat het Plaza-gebouw. In het gebouw zijn kantoren en woningen. Op de begane grond is een overdekt winkelcentrum. Ook is hier het casino gevestigd. Opvallend aan dit witte metalen gebouw is het protserige goudkleurige gevelbeeld boven de ingang van het Casino. Rechts van het Plaza staat de Millenniumtoren uit 2000, waarin opnieuw kantoren en een vijfsterrenhotel (Westin) zijn gevestigd. Architecten zijn van het Canadese  bureau Webb Zerefa Menkes Housden Partnership, die ook de CN tower in Toronto bouwden. Volgens de architecten verwijst het gebouw in zijn vorm naar het Witte Huis (bij de Oude Haven), ooit het hoogste gebouw van Europa. Door de gelijkenis met de traditionele Amerikaanse wolkenkrabber kan men er ook een verwijzing naar het Empire State Building in New York in zien.

We gaan linksaf het Weena op. Bij het stoplicht steken we over en lopen rechtdoor.

Na de oorlog bleef het Weena lange tijd een lege vlakte. Het stadsbestuur wist niet goed hoe dit deel van de stad moest worden ingevuld. Met name in de jaren zeventig bestond er bij het college van B&W een grote afkeer van hoogbouw. Voorzichtige pogingen daartoe, zoals het Shellgebouw aan het Hofplein werden bekritiseerd ("erectie van het kapitalisme", volgens een wethouder) of moesten worden gecompenseerd met aanpalende laagbouw. Vele plannen passeerden de revue, tot eind jaren tachtig een definitief plan werd goedgekeurd. Binnen vijf jaar stond het Weena vol met hoogbouw.

We komen nu langs het Unilevergebouw van J. Hoogstad uit 1992. De sculptuur van Wessel Couzijn uit 1963 op het pleintje is meeverhuisd van de oude locatie aan de Rochussenstraat. Het heet Belichaamde Eenheid. Naast het Unilevergebouw staat de woon- en kantoortoren Weena Center van dezelfde architect (1990)

Even voorbij het volgende stoplicht (Delftse poort) staat de Weenatoren, een ontwerp van Henk Klunder, waarover nog veel discussie is geweest. Uiteindelijk is voor een ronde en wat lagere uitvoering gekozen.

Voor de Weenatoren steken we bij het voetgangersstoplicht rechtsaf het Weena over.

Aan de overzijde zien we de ingang van club "Toffler", deze club is gevestigd in een voormalige voetgangerstunnel. De tunnel was "sociaal onveilig" en werd vies, waarna ze werd afgesloten en omgebouwd tot ondergrondse bar.

We lopen rechtdoor en komen op de Lijnbaan.

Het winkelcentrum werd in 1953 geopend. Het ontwerp van Van den Broek en Bakema, was voor Nederland revolutionair. Voor het eerst werd een exclusief voetgangersgebied gecreëerd. De bevoorrading verloopt via bedieningstraten aan de achterkant van de winkels. De kantoren zijn eveneens achter de winkels. De winkels zijn twee lagen hoog boven een kelderetage. De breedte varieLijnbaanert. Het winkelaanbod is in de loop der jaren wel wat verschraald. Door het versnipperde eigendom was het voor de gemeente zeer moeilijk om het aanzien van de Lijnbaan te moderniseren. Allerlei plannen stuitten op verzet van individuele eigenaren. De bouw van de Beurstraverse op het Beursplein, bracht de eigenaren eindelijk tot wat gezamenlijke actie. De gevels en luifels werden gemoderniseerd, de bloemperken verwijderd en de verlichting aangepast. Ook zijn neonverlichte naamborden van de Lijnbaan weer boven de toegangen van het gebied aangebracht, exact volgens het voorbeeld  van het origneel uit 1953.

Op de hoek met de Kruiskade staat de voormalige bioscoop Thalia. Dit filmtheater werd in 1955 gebouwd in opdracht van Tuschinskytheaters. Van binnen was de zaal modern, maar luxueus ingericht. Het moest de grandeur van de vooroorlogseTuschinsky doen herleven. De uit Polen afkomstige Abraham Tuschinsky vestigde zich in Rotterdam en opende vier glamoureuze bioscopen, waaronder het Thalia aan de Hoogstraat. Tijdens het bombardement van 1940 werden alle vier theaters verwoest. Tuschinsky zelf dook onder - omde jodenvervolging te ontlopen - , maar werd verraden en gedeporteerd. Hij stierf in 1942 in Auschwitz. Deze bioscoop werd gesloten na de opening van de grote Pathé bioscoop op het Schouwburgplein. Er is nu een café en danclub gevestigd.

Op de kruising met de Korte Lijnbaan staat het beeld "De Beertjes" uit 1956 van Anne Grimdalen, een geschenk van de Noorse exporteurs vereniging. Links zien we het stadhuis uit 1920.

We gaan echter rechtsaf de Korte Lijnbaan op. Deze komt uit op het Schouwburgplein.

<2>

Op het Schouwburgplein zien we rechts het Concertgebouw "De Doelen", de thuisbasis van het Rotterdams Philharmonisch Orkest . Bij de opening in 1966 had Rotterdam na 26 jaar weer een concertzaal. Met de plannen was al in 1955 begonnen. Door voortdurende aanpassingen begon de bouw pas in 1962. De bouwers, E. & H. Kraaijvanger en R. Fledderus, beoogden een tijdloos gebouw, waarin vooral oog was voor functionele aspecten. Er is ook getracht expressie aan het culturele karakter van het gebouw te geven, waarbij monumentaliteit werd vermeden, opdat bezoekers niet zouden worden afgeschrikt. Hiervoor dienen het koperen dak van het auditorium en de decoratieve gevel.

SchouwburgpleinHet Schouwburgplein zelf is decennialang het voorwerp geweest van verhitte debatten. Het oorspronkelijke plein werd vaak als karakterloos, te groot, winderig en ongezellig ervaren. In 1990 wordt een voorstel van Adriaan Geuze (West8) aangenomen om het plein op nieuw in te richten. Het plein wordt een soort podium dat 35 cm boven straatniveau ligt. De randen zijn verlicht zodat het plein lijkt te zweven. De vloer is een compositie van houten, metalen en epoxy delen. Verder zijn er vier kraanachtige lichtelementen geplaatst, die met behulp van een bedieningpaneel midden op het plein, door het publiek kunnen worden bestuurd. (Knop 1 voor de keuze van de lamp, OK, Knop 2 voor de keuze van de stand, OK). De banken op de lange zijde moeten het publiek uitnodigen om hier te gaan zitten. Op het plan werd nogal verdeeld gereageerd. Critici menen dat het plein nog steeds kaal en kil is. Ook over de uitvoering is nogal wat te doen geweest. Sommige metalen delen werden bij regen en sneeuw spekglad.  's zomers wordt het plein goed gebruikt. Met name de terrassen en de banken zijn populair. Bovendien is het plein dat ook kleurrijker door de bloembakken die dan worden geplaatst.

Links op het plein staat de Rotterdamse Schouwburg van Wim Quist uit 1988. Het is een sober en strak ontwerp. De schouwburg is een podium voor dans, toneel en muziektheater voor een breed publiek – van de kinder- en jeugdtheater tot en met opera en ballet. Het eigen Productiehuis produceert zelf ook voorstellingen.

We lopen rechtdoor het plein over voor De Doelen langs. We lopen recht op het Pathé theater af.

Dit complex met zeven zalen en 2700 stoelen was op het moment van bouwen het grootste in Nederland. Het staat boven op een parkeergarage, zodat de constructie licht moest zijn. ‘s Avonds dringt het licht vanuit de foyer door de halfdoorzichtige gevel naar buiten. Het ontwerp uit 1992 van Van Velzen kwam in 1996 gereed.

>We lopen tussen de bioscoop en De Doelen naar het Kruisplein.

In Calypso2000 is de nieuwbouw links van de  Doelen gereedgekomen. Hoogstad ontwierp een uitbreiding naast en over het oude gebouw heen. Daardoor wordt een deel van de robuuste gevel van de Doelen aan het zicht onttrokken. De nieuwbouw biedt de Doelen de hoognodige uitbreiding van de capaciteit voor  congressen. Daar weer naast is het in gele baksteen uitgevoerde gebouw van de Hogeschool voor muziek en dans verrezen.

 Het Kruisplein was lange tijd een knooppunt voor tramlijnen zonder veel allure. Nu is het na de voltooing van een ondergrondse parkeergarage opnieuw ingericht en verbindt het nieuwe stationsplein met de Westersingel, de culturele as, die naar de musea leidt en een aantal culturele instellingen herbergt.

We gaan  linksaf de Mauritsweg in.

Aan onze linkerhand zien we het gebouw Calypso. De naam is ontleend aan een bioscoop, die jarenlang op deze plek heeft gestaan. Het kleurrijke gebouw is ontworpen door de Britse architect William Alsop en voltooid in 2013. De gevel met de kleurijke uitstekende vensters en balkons lijkt te golven. In het gebouw zijn 407 apartementen, kantoren en winkels. In deel aan de rechterzijde met de bronzen gevel herbergt de protestantse Pauluskerk.

Tramhalte lijnen 4, 7, 8, 20, 25 (zijde Mauritsweg)

Tramhalte lijnen 21, 23, 24, 25 (zijde West-Kruiskade)

De Westersingel, die we aan de rechterhand zien vormt de westelijke begrenzing van de wijk Cool. Tot begin 19e eeuw bleef de woningbouw van Rotterdam binnen deWestersingel stadsvesten. Pas in 1811 werd het ambacht Cool geannexeerd. Voor die tijd was er al wel bedrijvigheid, waarvoor in de stad geen plaats was, hierheen verplaatst. Ook waren er moestuinen van minder bedeelde Rotterdammers. Maar het grootste deel van de Coolpolder bestond uit buitenverblijven voor rijken. Permanente bewoning was niet of nauwelijks toegestaaCafé de Unien. In het midden van de 19e eeuw barste Rotterdam uit zijn voegen en lanceerde hoofd Stadsontwikkeling Rose zijn Coolpolderplan. Er werden nieuwe oost-weststraten aangelegd (Witte de Withstraat, Van Oldenbarneveldtstraat en de Aert van Nesstraat), evenals smallere noord-zuidstraten. De Westersingel werd aangelegd als nieuwe westgrens van de stad. Aanvankelijk zou het alleen een wandelgebied worden met een belangrijke functie voor de waterhuishouding. Tussen 1864 en 1880 verrezen aan de Westersingel, Eendrachtsweg en Mauritsweg statige herenhuizen, die de nieuwe stadsrand een voornaam uiterlijk gaven. Ter gelegenheid van Rotterdam Culturele Hoofdstad van Europa 2001 heeft de Westersingel een ingrijpende face-lift gekregen, inclusief de functie als beeldenpark. Twee bruggen zijn aangelegd en de kades zijn smaakvol vormgegeven en 's avonds mooi verlicht. Net voorbij de brug over de singel zien we aan de overkant op nr. 34 staat de replica uit 1985 van het vooroorlogse café De Unie, een ontwerp  van J.J.P. Oud uit 1924. De vlakverdeling en het gebruik van primaire kleuren maken De Unie tot een uitgesproken De Stijl-compositie (net als Oud’s directiekeet bij het Witte Dorp; zie wandeling A-deel 5). Tot de aanghangers van De Stijl behoorden ook Piet Mondriaan, Gerrit Rietveld, Bart van der Leck en Theo van Doesburg. Van Doesburg was de hoeder van het gedachtengoed en redigeerde ook het tijdschrift van de groep. Oud ontworstelde zich later aan de strenge compostitievoorschriften van De Stijl, die hij als te beperkend begon te ervaren.

We lopen iets terug en gaan de brug over linksaf en meteen rechtsaf de Van Oldenbarneveldtstraat in.

Op het hoekpand valt de lijst op met het portret van Multatuli en het citaat: "Vanaf de Maan gezien, zijn wij allen even groot". Het portret sierde vanaf 1974 de poezie-boekhandel Woutertje Pieterse in de Mauritsstraat (genoemd naar een romanfiguur van Multatuli). De boekhandel verdween in het kader van de stadsvernieuwing, maar de gevelversiering kreeg in 1979 nieuwe plaats in een voormalige reclamelijst. Deze lijsten komen vaker voor in laat 19e eeuwse zijgevels in Rotterdam. Ze waren toen een innovatie in de buitenreclame. Het huidige portret is een replica uit 1998, ter vervanging van het versleten origineel. Verderop in deze straat, waar zich steeds meer exclusieve modezaken vestigen zien we op nr. 127 (Nostra) en 119 (Prague) etalages in Art Nouveaustijl. Vanaf nr. 115 zien we voornamelijk nieuwbouw. In tegenstelling tot het Oude Westen had Cool, net als het Centrum zwaar te leiden onder het bombardement van 1940.

Bij de Karel Doormanstraat gaan we rechtdoor.

Op de hoek van de Karel Doormanstraat met de Van Oldenbarneveldtplaats staat de ijssalon "Capri", een zaak met historie in Rotterdam. Al sinds 1957 zit deze IJssalon op deze plek en bereid elke dag versgemaakt Italiaans ijs in tientallen smaken.

Tramhalte lijn  8, 23, 25

Verderlopend kruisen we opnieuw de Lijnbaan. We lopen iets verder door.

<3>

We staan nu aan het begin van de Beurstraverse ("Koopgoot"). Het nieuwe winkelhart van Rotterdam werd in Bijenkorf1996 geopend. Jarenlang had het beursplein open gelegen om dit verlaagde winkelgebied te realiseren. En passant verdwenen de naoorlogse gebouwen van Hema, C&A en Kreijmborg. Het resultaat is een, door Pi de Bruin ontworpen, halfopen tunnel die zich van de Lijnbaan, onder de Coolsingel door naar de Hoogstraat slingert. De traverse wordt opgevrolijkt door twee "bedriegertjes" die zeer populair zijn bij kleine kinderen.

Links zien we het gebouw van Rotterdamse vestiging van de Bijenkorf (Breuer en Elzas, 1955-57). Het is gebouwd als een gesloten doos. De filosofie hierachter was dat het winkelend publiek niet door een mooi uitzicht moest worden afgeleid van het kopen. De gevels zijn bekleed met travertin, deels in zeshoekige honingraatvorm. Die vorm is een subtiele referentie aan de naam van het warenhuis. Tussen de platen bevinden zich spleetvensters. De gevelplaten zijn van een ribbelpatroon voorzien. Door dit patroon in afwisselende richtingen  aan te brengen is de levendigheid van de gevel vergroot. Breuer rekende erop dat de aanslag van uitlaatgassen deze structuur verder zou accentueren. Gevelreiniging isBeurstraverse dus uit den boze! Volgens het basisplan moest de Coolsingel een dubbele rooilijn krijgen. een terug liggend deel en een vooruitspringend deel op de hoek van de Van Oldenbarneveltstraat. Breuer wilde zijn ontwerp hierop niet aanpassen en de gemeente wilde deze beroemde architect niet trotseren. Een uitweg uit het dilemma werd gevonden in een grote sculptuur van de Russische kunstenaar Naum Gabo. Het is het grootste constructivistische werk ter wereld geworden en gaat door het leven onder de onofficiële titel "Het Ding". 

We kunnen benedenlangs door de traverse of juist bovenlangs de Coolsingel oversteken.

Metrostation Beurs (lijnen A, B, C, D, E)

Tramhalte lijnen 8 en 20, 21, 23, 24, 25

Aan de Coolsingel, op de hoek met het Beursplein, staat de Koopmansbeurs. Het gebouw is tussen 1935 en 1940 gebouwd naar een winnend ontwerp van J.F. Staal. Al in 1913 besloot de gemeente tot de bouw van een reeks represntatieve gebouwen aan de Coolsingel. Naast het stadhuis en ook het hoofdpostkantoor Beursgebouwwerd ook de beurs aan de nieuwe stadsboulevard gesitueerd. In 1925 werd het plan opgevat om in een publiek-private samenwerking het gebouw te stichten, waarin naast de beurs en de kamer van koophandel  ook kantoren, winkels en een restaurant moesten komen. Door het gebrek aan kantoorruimte in de oorlog werd meteen een extra vleugel bijgebouwd. Boven de entree rijst een ranke klokkentoren omhoog. Het bevat een klokkenspel dat dagelijks bespeeld wordt. Op de trappen van het beursgebouw staan een beeld van G.K. van Hogendorp, de Rotterdamse patriciër die, als leider van een driemanschap, de terugkeer van Willem-Frederik van Oranje-Nassau als koning Willem I voorbereidde. Boven op de beurszaal is tussen 1983 en 1986 een kantoortoren gebouwd van 20 lagen.  De groene (Rotterdamse) kleuren van het World Trade Center (Groosman Partners) sluiten aan op die van het oorspronkelijke beursgebouw.

Als we op de Coolsingel naar rechts kijken zien we rechts naast C&A nog een glimp van het Erasmusgebouw van Dudok, waarin de Hollandsche Bankunie is gevestigd. Het in lichtgekleurde bakstenen uitgevoerde gebouw staat op een zwart granieten plint. Het is een zakelijk uitgevoerd gebouw, maar Dudok heeft er toch wat decoratieve elementen aan toegevoegd.

We lopen het Beursplein op richting Vroom en Dreesmann.

Ook dit gebouw werd gelijk met de aanleg van de Beurstraverse, ingrijpend verbouwd. De groene glazen gevel werd vervangen door marmer en glas en er werd een etage aan toegevoegd. Van magazijnruimte werd winkelruimte gemaakt. Een deel van het pand is aan andere winkelbedrijven verhuurd. Met name het open trappenhuis is zeer de moeite waard. Op de vierde etage is een restaurant met dakterras, van waar men een schitterend uitzicht heeft over het Beursplein.

Na een eventueel bezoek aan V&D, slaan we linksaf het Rode Zand in. Op de Meent slaan we weer linksaf. We lopen tot de stoplichten en slechts rechtsaf de Coolsingel op.

We zien rechts voor ons de het voormalig Postkantoor uit 1923. Het postkantoor markeert de voorname status die de Coolsingel als stadboulevard moest krijgen. Tot ongeveer 1850 vormde de Coolsingel de westgrens van de ommuurde stad. Het was een verdedigingsgracht. De stad was tot dan toe ingeperkt  binnen de stadsdriehoek - gevormd door Coolsingel, Goudsesingen en Nieuwe Maas -, die steeds dichter bebouwd en bevolkt raakte. In de 2e helft van de 19e eeuw begon Rotterdam door de havenontwikkeling aan een spectaculaire bevolkingsgroei. Men ging buiten de muren bouwen en na de invoering van de nieuwe vestingswet van 1874 konden de stadsmuren worden gesloopt.Postkantoor In het begin van de 20e eeuw ontstond er bij het stadsbestuur - met name bij burgemeester Zimmermann - behoefte aan een mondaine stadsboulevard, zoals die in Parijs en Brussel in eind 19e eeuw waren aangelegd. Ook waren bestaande publieke gebouwen zoals het stadhuis, het postkantoor en de beurs te klein geworden voor de groeiende stad. Plannen werden gemaakt om de Coolsingel om te vormen tot zo'n stadsboulevard. In 1913 werd de Coolsingel gedempt. Voor het stadhuis en postkantoor moesten oude krottenwijken als de rosse buurt "Het Poldertje" of Zandstraatbuurt wijken.  In het bombardement van 1940 bleven de grote gebouwen aan de Coolsingel wonderwel nagenoeg gespaard. Het Postkantoor is een ontwerp van rijksbouwmeester Bremer. Van buiten is het een nogal statig neo-classistisch gebouw (met afstekend rood pannendak). Om het stadhuis een meer prominente positie aan de Coolsingel te geven wijkt het postkantoor een enkele tientallen meters naar achteren. Hiermee werd het tegenovergestelde bereikt. Het postkantoor krijgt hierdoor een voorplein, terwijl het stadhuis te dicht op de Coolsingel staat om een monumentaal effect te bereiken. Vijf reliëfs in de gevel stellen de vijf werelddelen voor, die het wereldomvattende werkgebied van de posterijen moeten verbeelden. Europa wordt boven de hoofdingang voorgesteld door een jong gezin. Binnen is het intererieur verrassend mooi. De centrale hal is 22,5 meter hoog en wordt overspannen door een parabolisch tongewelf. Het postkantoor wacht op een nieuwe bestemming en wordt ondertussen voor tentoonstellingen en feesten gebruikt.

Even verderop staat het Rotterdamse stadhuis

In 1910 kreeg Henri Evers, docent aan de Academie voor Bouwkunst in Rotterdam en de TH in Delft de opdracht voor een  voorstudie voor een nieuw stadhuis. Op basis van de voorstudie van Evers, een goede bekende van burgemeester Zimmermann, schreef de gemeente in 1912 een prijsvraag uit. Daarvoor werden meest vooraanstaande architecten van die tijd uitgenodigd.  De prijsvraag verliep op basis van strakke protocollen ontleend aan de École des Beaux-Arts. De regels van de prijsvraag dicteerden nauwkeurig hoe ontworpen moest worden en hoe het ontwerp moet worden gepresenteerd. Op basis van het schetsontwerp van Evers moesten de deelnemers een ontwerp indienen. Burgemeester Zimmerman, die voorzitter was van de jury, gaf zijn eigen persoonlijke draai aan het juryrapport. Hij wist het zo te herschrijven dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan de gemeenteraad alleen de aanbeveling bevatte het ontwerp van Evers uit te voeren. Op 5 juni 1913 stemde de Rotterdamse gemeenteraad voor uitvoering van diens ontwerp. De gang van zaken leidde tot veel commotie. Beschuldigingen van vriendjespolitiek, doelend op de vriendschappelijke relatie tussen Evers en Zimmermann, waren niet van de lucht. Zowel de procedure (ondemocratisch) en het resultaat (ouderwets) waren mikpunt van kritiek. In 1914 werd begonnen met de bouw van het stadhuis, dat in 1920 werd voltooid. Het ontwerp van Evers oogt aan de buitenkant sterk renaissancistisch, maar laat binnen daarentegen ook elementen uit byzantijnse en romaanse architectuur zien. Het symmetrische gebouw bestaat uit vier vleugels van vier lagen rond een openbare binnentuin. De  toren wordt bekroond met een vredesengel van beeldhouwer Keller. Het carillon - geschenk van rederij Van Ommeren - is in de oorlog door de Duitse bezetters weggevoerd en in 1948 vervangen. De belangrijkere en representatieve  ruimtes, zoals de raadzaal, burgerzaal, en de kamer van de burgermeester liggen aan de voorzijde van het stadhuis aan de Coolsingel. In het achterste deel, dat door een binnentuin en een doorrit van het voorgedeelte gescheiden is, liggen de kantoren voor de administratie en het bureau burgerzaken. 

Het gebouw is gebaseerd op een constructie van gewapend beton, waarover een façade is opgetrokken van zandsteen en leien kappen.  In de trapgevel zijn de Stedemaagd en het gemeentewapen te zien, als ook de gemeentewapens van de gemeenten die in de loop der tijd door Rotterdam zijn geannexeerd. 

Voor het stadhuis staan twee standbeelden. Rechts, onder het raam van de burgemeesterskamer staat dat van voormalig Raadspensionaris van Rotterdam Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619), die na zijn tijd in Rotterdam een belangrijke rol speelde in het bestuur van de Republiek der Zeven Verenigde Nedelanden. Als gevolg van een politiek en religieus conflict met stadhouder prins Maurits van Oranje, werd hij 1619 in Den Haag onthoofd. Aan de linkerzijde van het stadhuis staat een beeld van Hugo de Groot. Deze staatsrechtgeleerde en grondlegger van het Volkerenrecht en in het bijzonder het Zeerecht, is ook Raadspensionaris in deze stad geweest. In het conflict tussen Maurits en Van Oldenbarneveld stond hij aan de zijde van de laatste en zijn republikeinse medestanders. De Groot wer gearresteerd en levenlang opgesloten in slot Loevestein. Hij wist echter - in een boekenkist - te ontsnappen en vestigde zich daarna in Parijs. Driehonderd jaar later kostte nogal wat discussie om deze voormalige raadspensionarissen, die hun sporen hadden verdiend met een standbeeld te eren, omdat koningsgezinde raadsleden bang waren om het koninkijk huis voor het hoofd te stoten, aangezien ze tegenstanders waren geweest van de Oranjes. Uiteindelijk bleek koningin Wilhelmina helemaal niet met deze zaak te zitten en konden de beelden worden geplaatst.

Metrostation Stadhuis (lijnen D en E)

Tramhalte lijnen 21, 23, 24

We lopen voorbij het stadhuis en slaan rechtsaf het Doelwater in. We lopen langs het Hoofdbureau van politie, slaan rechtsaf het Raam in en vervolgens linksaf de Zandstraat.

Deze buurt was voor de bouw vanDudok het stadhuis de kern van de de rosse buurt "Het Poldertje". De wijk moest voor de bouw van het stadhuis worden gesloopt. Daarmee sloeg het gemeentebestuur twee vliegen in één klap. De buurt had een omstreden reputatie. Enerzijds was het een broeinest voor de Rotterdamse Bohemiens als de dichter Koos Speenhoff ("daar komen de Schutters"), schilder Kees van Dongen of schrijver/journalist M.J. Brusse (van onder meer de kinderboeken over "Boefje"). Ook artiesten als Louis Davids ("Als je voor een dubbeltje geboren bent" , "De Kleine Man") en diens zuster Heintje Davids woonden hier. Maar anderzijds vonden met name christelijke politici de prostitutie en het bandeloze varëté  een doorn in het oog. Voor Louis Davids, die pas echt beroemd werd toen hij naar Amsterdam vertrok is hier een monument geplaatst . Achter het stadhuis wordt nu gebouwd aan een nieuw stadskantoor naar een ontwerp van de wereldberoemde en uit Rotterdam afkomstige architect Rem Koolhaas en zijn bureau OMA. Het zal in 2015 in gebruik worden genomen.

We slaan rechtsaf het Haagse veer en lopen tot de Meent

Net voor de brug op de hoek van de Meent en de Westewagenstraat staat een voormalig kantoor van "De Nederlanden van 1845" van Dudok uit 1952. Op de beneden etage en het entresol van de 6 meter hoge onderbouw, is nu een, in Rotterdam vermaard, Grand-Café gevestigd dat naar de architect is vernoemd.  In het begin van de twintigste eeuw vormde de Meent een belangrijke doorbraak voor het verkeer in Rotterdam. Het werd namelijk de verbindingsweg tussen de Coolsingel en de Goudsesingel. Beide singels vormden twee zijden van de driehoek waarbinnen zich het oudste deel van de stad bevond. De derde zijde is de Nieuwe Maas. Dit deel van de stad wordt daarom ook de Stadsdriehoek genoemd. De Meent heeft in de laatste tien jaar een ware gedaanteverwisseling ondergaan. Weg zijn de uitzendbureaus en de belwinkels. De eigenaren van het vastgoed in de straat hebben in samenwerking de straat veranderd in een trendy en stijlvolle winkelstraat met unieke winkels en horeca. Behalve Dudok zit er bijvoorbeeld restaurant Amarone (nr 72a; 1-michelinster) en de IJssalon (nr 69a). Verder zijn er bijzondere winkels te vinden op het gebied van mode, kunst en lifestyle.

We lopen door tot de Herenplaats

Midden op de Herenplaats staat het restaurant 101 Pannenkoeken. Van 1955 tot 2006 zat in dit ronde gebouw het poffertjes restaurant Bongers. Een begrip in Rotterdam. Na 51 jaar hield de familie ermee op en verkocht het pand.

We slaan rechsaf de Pannenkoekstraat in.

Ook deze straat verandert snel. Her en der vestigen zich trendy bars en restaurants. Op nr 8a zit de Gallery Urban Photos, die foto's exposeert en verkoopt die het Rotterdamse stadleven van nu en vroeger in beeld brengen.

We lopen door tot de Nieuwe Markt. Hier slaan we linksaf.

Midden op het plein staat het standbeeld "De Maagd van Holland". Veel Rotterdammers veronderstellen dat het beeld Kaat Mossel voorstelt. Zij was een 18e eeuwse Rotterdamse mosselverkoopster en aanhanger van de stadhouder Prins Willem V van Oranje, die in opstand kwam tegen het Patriottisch of republikeins gezinde stadsbestuur. Dit klopt niet. Het beeld van Jos Graven stamt uit 1872 en is gemaakt ter gelegenheid van het 300-jarig jubileum van de verovering van Den Briel door de opstandige geuzen op de Spanjaarden. Dit historische feit werd in het jonge koninkrijk Nederland, dat nog maar 60 jaar bestond, aangezien als de basis voor de Nederlandse onafhankelijkheid. Het beeld straalt vooral eenheid uit om de tegenstelling tussen de protestanten, die de onafhankelijkheid forceerden en de katholieken, die in de eeuwen daarna buiten het bestuur werden gehouden, te vermijden. Rond de Maagd van Holland staan een Batavier (eerste bewoner), Poorter met een vrijbrief (stadsrechten) een Watergeus (onafhankelijkheid), een werkman (het nijvere heden) boven een fontein.

De Maagd staat met haar rug naar de oude bibliotheek uit 1923. In 1983 verhuisde de bibliotheek naar de Hoogstraat. Nu is hier het Erasmus University College gevestigd. Dit is een onderdeel van de Erasmus Universiteit gericht op topstudenten uit de hele wereld, dat een bachelor-opleiding aanbiedt in Liberal Arts & Sciences (menswetenschappen, sociale wetenschappen, economie, biowetenschappen).

We lopen voorbij het bibliotheekgebouw naar de Botersloot.

Voor ons staat het gebouw dat in 1955 in gebruik werd genomen. Het ontwerp is van J.J.P. Oud. De streng symmetrische gevel is voorzien van geometrisch ornamenten. Het verving een gebouw uit 1848 dat tijdens het bombardement in 1940 is verwoest. De Spaarbank te Rotterdam werd in 1818 opgericht als een initiatief dat bevordert werd door de "Maatschappij voor het nut van 't Algemeen". Deze maatschappij streefde het bevorderen van het volksgeluk na door het volk te ontwikkelen. De Rotterdamse Spaarbank fuseerde in 1981 met de Centrumbank uit Amsterdam en de Bondspaarbank uit Breda tot Verenigde Spaarbank, die later VSB Bank ging heten. Die ging met AMEV verzekeringen op in Fortis. Na de onfortuinklijke overname van ABNAMRO en de daarop volgende nationalisatie verdwijnt Fortis als zelfstandige bank en gaat op in wat overblijft van ABNAMRO Bank.

We lopen rechts langs het bankgebouw de Librijesteeg in naar de Binnenrotte

De binnenrotte was de belangrijkste uitlopers van de rivier de Rotte die iets verderop bij de Oude Haven in de Nieuwe Maas stroomde. Na vele overstromingen werd op initiatief van de graaf van Holland een aaneengesloten zeewering aangelegd, de Schielandse Hoge Zeedijk. Op de plekMarkthal waar deze dijk de Rotte kruiste werd de rivier met een dam voor zien van een afwateringssluis van de Nieuwe Maas afgesloten. Rond deze dam onstond Rotterdam. Dit is dus het oudste gedeelte van de stad. De binnenrotte werd rond 1870 gedempt om ruimte te bieden aan het spoorwegviaduct voor de spoorlijn naar Dordrecht. Later kwam hier ook de wekelijkse markt. In 1992 is het spoorviaduct vervangen door een 4-sporige spoortunnel en rijden de treinen nu onder de Binnenrotte door. Op dinsdag, zaterdag en zondag wordt op dit kale plein markt gehouden. Iets verderop links zien we de Markthal. Het ontwerp is van MVRDV-architecten. De markthal is gebouwd naar voorbeeld van soortgelijke hallen in andere grote steden in Europa, met name in Zuid- en Noord-Europa. In de hal is een overdekte versmarkt met ruimte voor 100 kramen. Wat de hal uniek maakt is de enorme hoogte en de combinatie met woningen.  In de boogvormige wanden worden 228 appartementen gerealiseerd en op straatniveau is ruimte voor horeca en terrassen. De binnenwanden van de markthal zijn verfraaid met een gigantisch fresco van Arno Coenen. Er staan reusachtige groenten en stukken fruit op tegen een achtergrond van historische Rotterdamse voorstellingen. Het kunstwerk meet 110.000m². De afgebeelde verse producten  zijn niet geschilderd, maar met 3D-software van Pixar op de computer in elkaar gezet. De markthal is oktober 2014 geopend.

We steken de Binnenrotte over naar de Laurenskerk en lopen eromheen naar de voorkant aan het Grote Kerkplein.

<4>

Hier staat Laurenskerkde Laurenskerk. Met de bouw van de kerk werd in 1412 begonnen. De toren is in twee fasen gebouwd. Met de eerste twee geledingen werd in 1449 begonnen. In 1548 werd met de derde begonnen en werd er in de 17e eeuw een houten top op gezet naar een ontwerp van Hendrick de Keyser. Deze werd in 1645 verwijderd. De toren begon te scheef te zakken. Onder leiding van stadstimmerman Persoons werd deze op gewaagde wijze weer rechtgezet. De kerk is een laatgotische basiliek. In 1940 werd de kerk zwaar beschadigd en stonden alleen de muren en de toren nog overeind. Tussen 1951 en 1968 werd de kerk gerestaureerd. De wederopbouw van de kerk werd door de Bondsrepubliek Duitsland als Wiedergutmachung bekostigd. Later is de toren opnieuw gerestaureerd. De door de Italiaanse kunstenaar ontworpen deuren "van oorlog en vrede"zijn in 1968 geplaatst. Op het plein staat ook het beeld van de in Rotterdam geboren humanist Desiderius Erasmus (1469-1536). Hoewel Erasmus maar zeer kort (vier jaar) in Rotterdam woonde (en nooit meer terugkeerde) wordt hij alom geëeerd als de beroemdste zoon van de stad. Het beeld stamt uit 1622 en is gegoten naar een ontwerp van Hendrick de Keyser.

We steken het Grote Kerkplein over en verlaten het aan de overzijde via de Wijde Kerksteeg.

We komen nu op de Hoogstraat. Deze  winkelstraat is de bakermat van Rotterdam. De Hoogstraat, die duidelijk hoger ligt dat de omliggende straten, was ooit de Middendam, die de rivier de Rotte afdamde en de laatste schakel vormde in de zeedijk die het achterland voor overstromingen moest beschermen. Rond deze dam en de bijbehorende sluis ontstond het gehucht Rotterdam.

We slaan de Hoogstraat rechts in en op het pleintje de Vlasmarkt (bij een filiaal van de IJssalon en frietkoning Bram Ladage) houden we links aan. Iets verderop slaan we linksaf de brug over en dan meteen rechtsaf. We lopen langs het water van het Hang.

De naam Hang komt waarschijnlijk van een bokkinghang of haringdrogerij die hier in de 16e eeuw gestaan heeft. Na 1594 werden bokkinghangen buiten de stad geplaatst (vanwege de stank). Het Hang was zeker niet de plaats waar vissers hun netten te drogen hingen, want dat mocht alleen bij het Oosterse Hoofd en het Westerse Hoofd.

We slaan vervolgens rechtsaf de Visschersdijk in en dan linksaf de Korte Hoogstraat in.

Voor ons zien we het Schielandshuis. Het Schielandshuis werd tussen 1662 en 1665 gebouwd in opdracht van het hoogheemraadschap van Schieland. Het zou bijna anderhalve eeuw dienst doen als ontvangst-, vergader- en logeerruimte van het polderbestuur. Daarna werd gemeentebezit. Bij zijn bezoek aan Rotterdam in 1811 logeerde de Franse keizer Napoleon Bonaparte drie dagen in het Schielandhuis. Bij gelegenheid van dat bezoek Schielandshuisverleende hij Rotterdam een nieuw stadswapen: drie bijen werden aan het wapenschild toegevoegd, het symbool van de Bonapartes. In 1813 werden deze weer verwijderd. Het Schielandhuis is in 1864 door brand zwaar beschadigd, maar in 1868 alweer (slecht) gerestaureerd. Het deed dienst als museum (Boijmans), gemeente-archief en van 1935 tot 2013 als stedelijk historisch museum. Het pand kwam vrijwel ongeschonden uit het bombardement van 1940. In de jaren zeventig werden nieuwe plannen voor het monumentale pand gemaakt. Na een grootschalige restauratie werd Het Schielandshuis in 1986 officieel heropend. Het oorspronkelijke 17de-eeuwse uiterlijk werd hersteld. Het Schielandshuis werd de hoofdvestiging van het Museum Rotterdam en in het pand werd ook de stichting Atlas Van Stolk ondergebracht . Vanaf 2013 is het historisch museum niet meer in het Schielandhuis gevestigd. In afwachting van nieuwe huisvesting in het nog te bouwen Rotterdam Forum aan de Coolsingel, organiseert het museum tijdelijke tentoonstelling op verschillende plaatsen in de stad.

Tegenover het Schielandhuis staat het in 1995 voor de toenmalige Fortis Bank gerealiseerde gebouw dat krachtig afsteekt bij het historische gebouw. Aan de zijde van de Blaak is het afgerond en in de toren is een gat uitgespaard, zodat het Schielandhuis vanaf de Blaak te zien blijft. Het kantoorgebouw is ontworpen door de Duits-Amerikaanse architect Jahn van o.a. het Sony Center in Berlijn en de luchthaven van München. Voor het voormalige Fortis gebouw staat een standbeeld ter nagedachtenis aan Pim Fortuyn het Rotterdamse gemeentraadslid en lijsttrekker van zijn partij bij de 2e kamerverkiezingen van 2002. Na een spectaculaire opkomst van zijn populariteit werd hij enkele dagen voor de verkiezingen in Hilversum vermoord.

Tramhalte lijn 21 en 24

Bij het stoplicht steken we over en aan de overkant weer rechtsaf.

Hier komen we bij het beeld Verwoeste Stad van Ossip Zadkine. Het symboliseert Rotterdam na het bombardement van mei 1940. De stad heeft haar hart verloren. Eigenlijk was Zadkine geïnspireerd door het eveneens in de oorlog zwaar gehavende Le Havre in Normandië. De directeur van de Bijnenkorf zag een voorstudie van het beeld op een tentoonstelling in Parijs en was zo gegrepen door de associatie, die hij maakte met Rotterdam, dat hij een groot exemplaar bestelde en dat aan de stad Rotterdam schonk.

We lopen verder en houden het water van de Leuvehaven aan onze rechterhand.

De Leuvehaven is het decor voor het Havenmuseum. Het Havenmuseum is een 'werkend' museum. Daarom valt er altijd wat te zien en te beleven. In de Leuvehaven liggen allerlei soorten schepen, bokken en een van de laatste werkende graanelevatoren in Europa. De historische bedrijfsvaartuigen zijn vaak nog in oorspronkelijke, bedrijfsklare staat en toegankelijk voor het publiek. Het is gratis toegankelijk. Hier vertrekken ook de watertaxi's naar o.a. Hotel New York.

We lopen linksaf langs de Wijnhaven

Aan de overzijde van de Wijnhaven ligt het Wijhaveneiland.Regentessebrug In 19e eeuw ontwikkelt dat gebied, zich tot een statige woon- en kantorenwijk. Eind 19e eeuw werd het eiland verfraaid en in dat kader werd in 1899 ook de Regentessebrug aangelegd, naar voorbeeld van de Pont Alexandre III in Parijs. De brug is vernoemd naar Koningin Emma. In 1940 werd de wijk geheel verwoest. In 1981 worden ten westen van de Glashaven kleinschalige wooncomplexen gebouwd aan de kades van de Wijnhaven, Rederijhaven en de Scheepmakershaven. Begin 21e eeuw gaat het Wijnhaveneiland een nieuwe fase in. Kort na elkaar worden hoge woontorens gebouwd, waardoor er weer meer mensen in dit tot dan toe vergeten kantorengebied komen wonen. Het meest opvallend is de roodgekleurde Red Apple, een ontwerp van Kees Christiaanse uit 2009. In de komende jaren zullen er - als de economie het toelaat - nog meer woontorens bij komen.

We blijven langs de Wijnhaven lopen, voorbij de Regentessebrug en de Wijnhavenbrug en daarna onder een viaduct door.

  Aan onze linkerhand zien we een rijtje historische panden. Deze "Wijnhavenpanden" zouden in 1987 worden gesloopt in verband met de bouw van de spoortunnel. Hoewel de gebouwen niet zo uitzonderlijk waren rees hiertegen verzet. Er was voor die tijd al zoveel gesloopt in het kader van de vooruitgang. Deze panden behoorden tot de weinige koopmanshuizen in deze buurt die het bombardement hadden overleefd. Het protest werd gehonoreerd. De panden werden steen voor steen afgebroken, opgeslagen en na de gereedkkoming van de tunnel weer opgebouwd. Nummer 7 dateert uit 1718, Nummer 9 uit 1628. Nummer 11 is "nieuwbouw" uit 1903 ter vervanging van een pand uit 1717. Nummer 13 is een rijksmonument, gebouwd in 1616-20. In 1742 was hier een zeepziederij gevestigd. Nu is hier het Mariniersmuseum. Ook nummer 15 is een rijksmonument. Het heeft een vroeg 19e eeuwse gevel. Het was ooit in bezit van de familie Van Ommeren. Het pand op nr 21 is classicistisch. Oude HavenIn het water van de Wijnhaven staat het oude brugwachterhuis van de afgebroken Willemsspoorbrug uit 1878, dat eveneens naar de aanleg van de spoortunnel is teruggeplaatst. Aan het einde op de hoek valt natuurlijk het Witte Huis op. Het Witte Huis werd in 1898 voltooid en was met zijn 45m lange tijd een van de hoogste gebouwen van Europa. Het gebouw kreeg indertijd nauwelijks bijval uit vakkringen omdat gekozen was voor een traditionele bouwmethode van gemetselde draagmuren en niet zoals in de V.S. van een stalen skelet. De buitenkant is in Art Nouveau stijl versierd. Let ook op de zes façade beelden die Arbeid, Vooruitgang, Nijverheid, Handel, Landbouw en Zeevaart verbeelden.

We staan nu  aan de Oude Haven. De Oude Haven is met recht de oudste haven van Rotterdam. In 1351 was hier al een steiger. In de eeuwen daarna kwam dit gebied tot ontwikkeling. Vele heren- en pakhuizen waren hier en aan de Geldersekade gevestigd. In 1940 bleef hier weinig tot niets van over. Het herontwikkeling van het gebied werd in 1977 aan architect Piet Blom opgedragen. Blom is een typische aanhanger van kleinschaligheid. Er is hier een woon- en uitgaansgebied ontstaan rondom het havenbekken, dat dienst doet als museum voor oude schepen. Aan de zuidzuide is een oude scheepswerf Koningspoort ingericht.

<5>

Links zien we de kubuswoningen. Dit complex is een creatie van Piet Blom , die een vergelijkbaar complex in Helmond bouwde. Op de Overblaak zijn winkeltjes en kantoorruimten onder de kubuswoningen gebouwd. De woningen zelf hebben louter schuine buintenmuren en bieden relatief weinig woonruimte, maar zijn natuurlijk wel uniek en goed gelegen. Er is ook een kijkwoning die men kan bezichtigen. In een extra grote kubus is de Rotterdamse jeugdherberg van StayOK gevestigd.

Linksom het Witte Huis ligt het Gelderse Plein. Hier is ook een ingang van het ondergrondse trein- en metrostation Rotterdam Blaak.

 

Metrostation Blaak (lijn A, B en C)

Tramhalte lijn  21, 24

NS Station Rotterdam Blaak

We steken rechtsaf de Kuitenbrug over.

In 1601 werd hier een eerste brug met die naam gebouwd. De naam verwijst waarschijnlijk naar "Jan met sijn kuyten", een voormalig stuurman die in 1607 aan zijn benen verwond was en ongeschikt voor de vaart. Hij werd later als brugwachter aangesteld. De huidige brug is uit 1931.

We gaan over de brug rechtsaf langs de Hertenkade. Vervolgens houden we rechts aan langs het water tot aan het viaduct. Hier gaan we rechtsaf de trap op. Bovengekomen lopen we linksaf naar de stoplichten, waar we rechtsaf oversteken en vervolgens linksaf oversteken naar de fitness studio.

Dit restaurant en sportschoolcomplex werd in 1996 gebouwd op de vesten van het bruggehoofd van de voormalige Willemsbrug. De brug werd in 1878 gebouwd om Rotterdam Zuid, waar nieuwe havens werden aangelegd te verbinden met de stad. In 1981 werd ze vervangen door de nieuwe Willemsbrug, die we links zien liggen. In datzelfde jaar werd de oude brug gesloopt. De bruggenhoofden bleven echter bewaard. De zaal onder het restaurant ligt half onder de waterspiegel. Er zijn uitgebreide maatregelen getroffen, opdat het gebouw zelfs een aanvaring van een binnenvaartanker dan doorstaan!

We lopen in westelijke (rechts) richting langs de Boompjes.

In de 16e eeuw werd deze kade ontwikkeld. In 1613 werd een dubbele rij Lindenbomen geplant, waardoor de naam Boompjes in zwang kwam. In de 18e eeuw werd de Boompjes een soort "Goudkust", een populair woonadres voor de gegoede burgerij, die hier luxueuze koopmans- en herenhuizen liet bouwen. Aan de overkant van de rijweg staat het gebouw Willemswerf van Nedlloyd. W. Quist , representant van het rationalisme is de bouwkunst, ontwierp dit gebouw uit 1989 voor de toenmalige Nederlandse rederij Nedlloyd. Deze is inmiddels door het Deense Maersk overgenomen.. Vooral de witbeplate, wigvormige vliesgevel is zeer opvallend.

We lopen door houden links aan en lopen naar beneden naar de Boompjeskade.

Als we naar de overkant van het water kijken, zien we de Maaskade. Dit is de noordoever van het Noordereiland.Hulstkamp Het Noordereiland ontstond in 1871 toen de Noorderhaven (nu Koningshaven) werd gegraven. In een overeenkomst van 1873 tussen de Gemeente en de Rotterdamse Handelsvereniging werd het Noordereiland in eigendom afgestaan en andere terreinen in erfpacht gegeven. De gemeente verplichtte zich de havens te graven, de bestrating te doen en bruggen aan te leggen. De RHV zou de genoemde gebieden voor bedrijvigheid en bewoning gaan ontwikkelen. Een jaar na de voltooing van de Willemsbrug in 1878 ging de door het Rotterdams gemeenteraadslid en zakenman Pincoffs geleide RHV failliet. Pincoffs verdween met de noorderzon naar Amerika en de gemeente kwam voordelig aan de haventerreinen. Sindsdien heeft Rotterdam de controle over de havenontwikkeling stevig in eigen hand gehouden. Opvallende gebouwen aan de Maaskade zijn het Jugendstil kantoorgebouw van makelaarskantoor Ooms. Boompjes gazonHet werd in 1915 gebouwd voor rederij Van Driel. Vanaf 1939 zat het havenbedrijf Swarttouw erin tot in 1979 Ooms het gebouw betrok. Het verkeert nog vrijwel in de oorspronkelijke staat. Rechts ervan staat het Hulstkampgebouw. Dit werd in 1889 opgeleverd voor margarinefabriek Stok en Zn. In 1919 vestigde de Jeneverstokerij Hulstkamp zich in het neo-renaissance gebouw. We lopen verder en zien aan de rechter hand het paviljoen van Restaurant Blits. Het maakt deel uit van de herinrichting van de Boompjeskade, die Rotterdam weer een blik op het water moest geven, nadat de stad in de wederopbouw zich met de rug naar het water had gekeerd. De terrazzo-arcade is van Christiaanse en het restaurantpaviljoen van bureau Mecanoo en stammen beiden uit 1990. In 2012 zijn de trappen vervangen door schuinliggende zonneweiden, die op zonnige zomerdagen populair zijn onder de zonaanbidders.

Meteen voorbij het paviljoen de trap op. Bij het stoplicht steken we de Boompjes over en lopen de Rederijstraat in langs het voormalige bijkantoor van de Nederlandse Bank.

Het oorspronkelijke bankgebouw is in 1940 verwoest. Dit gebouw stamt uit 1950 en wacht op een nieuwe bestemming. Waarschijnlijk wordt het een hotel.

We klimmen de trappen op naar de Boompjes en lopen door tot Leuvenhavenbrug.

Op de Boompjes lopen we langs de vlaggenmasten van de Vlaggenparade. Hier wapperen nu 188 vlaggen masten. 84 vlaggen van sponsors en 104 nationale vlaggen. De vlaggenmasten zijn verlicht, omdat nationale vlaggen niet in het donker mogen hangen. De bedoeling is om uiteindelijk 165 nationaliteitsvlaggen op te hangen, zodat alle nationaliteiten in Rotterdam vertegenwoordigd zullen zijn.

Aan de linkerhand zien we het monument voor de 3.500 gevallen zeelieden van de  koopvaardij tijdens de 2e wereldoorlog, "De Boeg" genaamd. Het monument is van de Italiaanse beeldhouwer Fred Carasso. Het monument werd in 1957 geplaatst. Er was ongenoegen omdat het monument in veler ogen niet expliciet genoeg was. In 1965 werden daarom een beeldengroep en het motto Zij hielden koers toegevoegd.

Bij de Erasmusbrug slaan we links af en lopen de brug op.

Op pleintje voor de brug zien we nog het kleurrijke monument voor de Rotterdam Marathon uit 2001. Op de voet van het kunstwerk van Henk Visch staan de namen van alle winnaars (mannen en vrouwen) van de Rotterdam Marathon sinds 1985.

Metrostation Leuvehaven (lijn D en E)

Tramhalte lijn 8, 23, 25

<6>

De Erasmusbrug is in 1996 geopend en kreeg al voor de voltooiing de bijnaam "Zwaan". Het is een tuibrug en de pyloon is ruim 123m hoog. ErasmusbrugDe brug is ontworpen door architect Ben van Berkel. Dat was op zich al groot nieuws. De brug kwam opnieuw in het nieuws toen de tuien bij een combinatie van matige wind en lichte regen heftig gingen trillen (harde storm was geen probleem!). Deze kinderziekte was snel uit de wereld door het aanbrengen van nieuwe schokbrekers. De brug vormt een essentieel onderdeel van het project om de Kop van Zuid bij het stadscentrum te betrekken. De brug verlengt de economische as Coolsingel-Schiedamsedijk naar zuid en verbindt deze met de Laan op Zuid. Het monumentale karakter van de brug maakt het tot een blikvanger van de eerste orde en het beeldmerk van de stad. Als directeur van de dienst Stadsontwikkeling was stedenbouwkundige Riek Bakker de grote motor achter de ontwikkeling van dit gebied.

De brug oplopend zien we aan de linkerhand het Noordereiland liggen. De kade waar we tegenaan kijken is de Maaskade. Het meest rechtse deel van het eiland is in de oorlog verwoest. Meer naar links zien we nog veel van de oorspronkelijke bebouwing van handelshuizen, herenhuizen en bedrijfspanden uit de laat 19e eeuw.

Aan de overkant van de brug zien we links de Wilheminahof en de Wilhelminatoren. Het bruinrode complex Wilheminahof (Kraaijvanger & Urbis; 1997) huisvest de kantoren van de Arrondissmentsrechtbank en het Kantongerecht van Rotterdam. In het gebouw is een opening die toegang biedt tot een publiek middenterrein, het metrostation en een winkelcentru m. Het glazen gebouw ervoor biedt ruimte aan zittingszalen voor het gerecht. In de roodbruine gebouwen (Cees Dam & Partners; 1997) erachter zijn de Belastingdienst en de Douane gevestigd. De ellipsvormige Wilheminatoren is een bedrijfsverzamelgebouw.

Links van de Wilhelminatoren staat de metaalkleurige Maastoren uit 2010. Dit op duurzaamheid gebouwde kantoorgebouw is nu het hoogste gebouw in Nederland: het meet 165 meter. Ontwerp is van Diederik Dam.

 

We lopen de brug verder af en slaan bij het stoplicht rechtsaf.

Metrostation Wilheminaplein (lijn D en E)

Tramhalte lijn 20/23/25

We staan nu voor het "Belvedère" aan, het eerste gebouw op de Wilhelminapier dat we tegenkomen. In dit gebouw (2000) van de hand van Renzo Piano (Parijs) is het regiokantoor van KPN telecom gehuisvest. Alle gevels van dit gebouw zijn anders. De voorgevel helt voorover. Hierop is een lichtspel aangebracht van groene blokjes, waarop voortduren animaties te zien zijn ontworpen door jonge kunstenaars. Boven de parterre bevindt zich een lichtkrant.  De wand wordt gestut door een elegant vormgegeven pijler van ongeveer 45 meter.Luxor Theater Tegenover het Belvedere staat  het nieuwe Luxor Theater, naar een ontwerp van Peter Wilson (Architekturbüro Bolles & Wilson). Het oude gebouw aan de Kruiskade voldoet niet meer en met de bouw van een nieuw theater op deze locatie heeft de Kop van Zuid een culturele impuls gekregen. Het gebouw is een zogenaamd 360 graden gebouw, dat van alle kanten aantrekt. De organisatie van het Nieuwe Luxor speelt zich af rond een inpandig laadplatform,waarvoor een optimale driedimensionale vorm werd ontwikkeld voor de 18,5 m grote draaicirkels van de vrachtwagens. De geometrie van platform en theater zijn nauw op elkaar afgestemd binnen de rondomlopende façade. De oost- en westfaçades bestaan uit standaard gefabriceerde 'Western Red Cedar'-panelen, opgehangen aan een stalen structuur. Luxor krijgt een 'Times Square' achtige affichering, waarvoor drie niveaus zijn voorzien: ter hoogte van de fly-tower komt een lichtkrant en de entree wordt gekenmerkt door een programmatableau boven de verkoopbalie. Het theater is in 2001 geopend.

We gaan bij de stoplichten rechtsaf 

We kijken nu tegen het "Belvedère" aan, het eerste gebouw op de Wilhelminapier dat we tegenkomen. Dit gebouw De Rotterdam en Belvedere van de hand van Renzo Piano (Parijs) is het regiokantoor van het telecombedrijf KPN. Alle gevels van dit gebouw zijn anders. Aan de zijde van het Wilhelminaplein zou oorspronkelijk een groot beeldscherm op de gevel worden aangebracht van 98 x 40 meter. Deze gevel helt iets voorover. Dit plan is echter verlaten en daarvoor in de plaats is een lichtspel gekomen van groene blokjes. Deze blokjes worden gebruikt voor animaties. Een derde van de animaties wordt ontworpen door studenten van de Kunstacademie. De rest zijn promoties voor KPN, respectievelijk Rotterdam. Na 22 uur 's avonds toont de gevel de actuele stand van de maan. Dit is gedaan om de bewoners van het Noordereiland 's avonds een rustiger beeld te gunnen. Boven de parterre bevindt zich een lichtkrant.  De wand wordt gestut door een elegant vormgegeven pijler van ongeveer 45 meter.

Vanaf de brug gaan we rechtsaf de helling af en lopen de kade langs, rechts van het Belvedere en komen aan de Holland-Amerikalijnkade.

Achter het Belvedere rijst het imposante gebouwDe Rotterdam op. Het bestaat uit 3 torens van 150 meter hoog, die halverwege verspringen, zodat een overstek onstaat en het enorme gebouw speelser lijkt. Het gebouw is al in 2001 ontworpen door  Rem Koolhaas en zijn in Rotterdam gevestigde bureau OMA. Het duurde een tijd voordat er partijen gevonden werden om het gebouw te ontwikkelen en er huurders voor te vinden. De bouw startte in 2009, toen de gemeente besloot om de dienst stedelijke ontwikkeling naar dit gebouw te laten verhuizen. In 2014 wordt het gebouw in gebruik genomen. De torens zijn gevuld met (van links naar rechts) een hotel, kantoren en appartementen. Daarnaast zijn er allerlei winkels, horecagelegenheden en sportfaciliteiten voorzien in de lagere etages, de voet waarop de drie torens rusten. Qua vloeroppervlak is De Rotterdam, met 160.000m² het grootste gebouw van Nederland, terwijl het maar een grondoppervlak in beslag neemt dat niet groter is dan een voetbalveld.

Voorbij het gebouw De Rotterdam zien nu de gevel van de de voormalige vertrekhal van de Holland-Amerikalijn. Nu is het de Cruise Terminal Rotterdam. De Wilhelminapier waar we nu staan was vanaf 1872 grotendeels in handen van de Holland-Amerikalijn, dat hier haar hoofdkantoor had en een groot aantal loodsen. De HAL onderhield tot 1972 een lijndienst tussen Rotterdam en New York. Veel emigranten uit West- en Midden-Europa, die een nieuwe start in Amerika wilden maken zetten hun laaste schreden op Europese bodem op deze kade. Ook had de HAL hier een landverhuizershotel, waar emigranten de nacht voorCruise Terminal vertrek naar de Nieuwe Wereld konden doorbrengen. De meeste loodsen werden in 1940 verwoest. Het landverhuizershotel werd na beëindiging van de lijnvaartdienst gesloopt. In 1946 werd hier voor transatlantische passagiers een vertrekhalgebouwd door Brinkman, Van den Broek en Bakema, alledrie exponenten van het Nieuwe Bouwen. Het gebouw bestaat uit een betonconstructie van zes schaaldaken. De zijgevels zijn geheel voorzien van glas. De HAL stopte met de lijnvaart in 1972. Door de concurrentie van de luchtvaart was het niet meer rendabel. De HAL legde zich daarna toe op cruises, met name in het Caïribisch gebied. Nu cruises ook in Europa steeds populairder worden, is de terminal een aankomst- en vertrekpunt voor een groeiend aantal Cruiseschepen.  Inmiddels doen jaarlijks zo'n 30 cruise schepen Rotterdam aan, waaronder een groot aantal van de Holland-Amerikalijn.

We lopen verder langs de kade.

Naast de Cruisterminal staat aansluitend het gebouw van Marine Safety Rotterdam. Het gebouw is de World Port Center verpakking van een enorme simulator, waarmee (toekomstige) stuurlieden en kapiteins kunnen oefenen in het besturen van schepen. Het glazen gebouw is ontworpen door Sir Norman Foster, wiens bureau ook verantwoordelijk is voor het masterplan van de gehele Wilhelminapier. Naast het gebouw staat het World Port Center, eveneens een ontwerp van Foster and Partners. In dit bedrijfsverzamelgebouw zijn bedrijven en instellingen gevestigd die een relatie hebben met de scheepvaart en de haven, waaronder het Havenbedrijf Rotterdam, de Havenwerkgeversvereniging SVZ en het calamiteitencentrum van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Het WPC bestaat uit twee torens. De oostelijke toren is vierkant, meet 89,6 meter en telt 23 etages. De westelijke toren is half rond, meet 125 meter en telt 32 etages. De mast reikt tot 145 meter. Boven de 29e etage, op 110 meter hoogte, is een uitkijkplatform. Op de 31ste en 32ste etage zijn conferentieruimten. Verderop op het Koninginnehoofd staat het kunstwerk 'Lost Luggage' van Jeff Wall . Het is een herinnering aan de massale emigratie naar o.a. de Verenigde Staten, vanaf deze kade.

We lopen tot aan het einde van de pier en volgen de kade naar links.

<7>

We krijgen nu goed zicht op het voormalige hoofdkantoor van de Holland Amerikalijn. Sinds 1992 is hier het Hotel New York gevestigd. De HAL liet in 1901 op deze plek haar kantoor bouwen. De architecten Müller en Drooglever Fortuyn ontwierpen het eerste deel van een gebouw dat nog drie maal zou worden uitgebreid. Van dit oorspronkelijke gebouw resteert alleen nog de noordgevel. In 1908 kregen de architecten de Hotel New Yorkopdracht om samen met Van der Tak een aan de oostzijde uitbreiding te ontwerpen voor magazijnruimte. In 1916 werd de noordgevel gewijzigd en kwam de toren met klok tot stand. In 1918 werd ook de zuidgevel onderhanden genomen en kwam er een tweede toren met windroos. In 1920 kreeg het gebouw het huidige westfront. Bij de uitbreidingen is gestreefd naar een zo groot mogelijke eenheid in stijl. Het gebouw heeft m.n. in de decoratie veel Jugendstil elementen. In de gevel zijn vier reliëfs aangebracht met elk twee figuren uit de verschillende werelddelen. Op het Koninginnehoofd is het kunstwerk 'Lost Luggage' van Jeff Wall geplaatst. Het is een herinnering aan de massale emigratie naar o.a. de Verenigde Staten, vanaf deze kade.

Bij de verbouwing tot Hotel New York is ook in het interieur veel aandacht besteed aan het maritieme karakter van het gebouw. De hotelkamers zijn allen verschillend. Ook het restaurant en grand-café zijn de moeite waar om even te bekijken. Naast het hotel ligt de aanlegstijger van de Watertaxi, die een verbinding onderhoudt met de Veerhaven en de Leuvehaven aan de andere kant van de Nieuwe Maas.

Achter het Hotel New York is het 150 meter hoge appartementencomplex Montevideo verrezen. Het is ontwerp van Francine Houben en werd in 2006 opgeleverd. Achter de verschillende geveltypen zitten ook verschillende soorten appartementen, elk voor een andere doelgroep. Op de bovenste etage is een penthouse gelegen.

We lopen links om het gebouw Montevideo heen en komen op de Otto Reuchlinweg.

Otto Reuchlin was in 1873 eeLas Palmasn van de oprichters van de NASM, die in 1896 Holland-Amerikalijn ging heten. Aan de linkerhand zien we het voormalig werkplaatsgebouw Las Palmas. Het werd in 1953 gebouwd als werkplaatsengebouw voor de HAL naar een ontwerp van Van den Broek en Bakema. De architectuur is geheel in lijn met de uitgangspunten van het vooroorlogse nieuwe bouwen. De helft van het pand is bestemd voor drie culturele instellingen. Naast het Nederlands fotomuseum zijn dat de BeeldFabriek (onderdeel van de SKVR) en De Vrije Ruimte, dat een goede infrastructuur voor exposities en kleinschalig theater, beurzen, symposia etc. biedt. Het gebouw is in 2006 opNew Orleansgeleverd. De andere helft van het gebouw is in gebruik als restaurant. De bekende kok Herman den Blijker is eigenaar van het restaurant dat toepasselijk "Las Palmas" is genaamd. Boven op het dak van het gebouw staat een ellipsvormige opbouw, waarin het kantoor van projectontwikkelaar OVG is gevestigd. Aan de rechterhand staat de woontoren New Orleans. Tot nu toe met 160 meter het hoogste woongebouw in Nederland. Architect is de Portugees Alvaro Silva. De naam van het gebouw, verwijst - net als bij de Montevideo - naar een pakhuis van de Holland Amerikalijn dat op deze pier heeft gestaan. De gevels die in natuursteen zijn uitgevoerd stralen een soort luxe uit. In de voet van het gebouw zit het theater en filmhuis Lantaren-Venster, waar in zes zalen arthouse films worden gedraaid. Boven de bioscoop is een gym voor de bewoners van het complex, een zwembad en een zonneterras. Volgens het masterplan voor dit gebied zullen, zodra de marktomstandigheden het toelaten nog een aantal woontorens worden gebouwd, eveneens vernoemd naar pakhuizen van de HAL.

We lopen langs gebouw New Orleans naar de Antoine Platekade, de waterkant, en dan rechtsaf.

Antoine Plate (1845-1927) was met Otto Reuchlin directeur van de NASM en de HAL. Aan de linkerhand ligt het grote bekken van de Rijnhaven uit 1895. Aanvankelijk deed de haven dienst als winterparkeerplaats voor binnenvaartschepen die bevriezing van de rivieren niet konden uitvaren. Door het grote oppervlak was de haven ook uitstekend geschikt voor het transitovervoer. Goederen voor Duitsland konden "op stroom", dus zonder de omweg via de kade overgeladen worden van zeeschip op binnenvaartschip. Deze overslag nam eind 19e eeuw een grote vlucht door de industrialisatie van het Duitse Ruhrgebied. De transito-overslag vond tot dan toe op de rivier zelf plaats, maar die werd daardoor bijna onbevaarbaar. De Rijnhaven en de havens die daarna werden gegraven, zoals de Maashaven, boden uitkomst. Inmiddels zijn de havenactiviteiten vanwege de steeds groter en diepergaande zeeschepen verder richting zee verplaatst naar Europoort en de Maasvlakte.

Naast het hotel ligt de aanlegstijger van de Watertaxi, die een verbinding onderhoudt met de Veerhaven en de Leuvehaven aan de andere kant van de Nieuwe Maas

Na eventueel een bezoek aan Hotel New York nemen we de watertaxi naar de Veerhaven.

<8>

Als we in de Veerhaven van boord gaan zien we aan de rechterhand op de Veerdam nr. 1 het clubhuis van de Koninklijke Zeil- en Roeivereniging de Maas uit 1908. De architect, Hooykaas, was zelf ook lid. Het gebouw is in Jugendstil uitgevoerd.

VeerhavenVoor ons op nr. 25 staat het Wereldmuseum (v/h Museum voor Land en Volkenkunde). Het pand werd gebouwd in 1851 voor de Koninklijke Nederlandsche Yachtclub. Een chique zeilclub onder voorzitterschap van Prins Hendrik, de broer van koning Willem III. Vanaf het balkon konden de leden de zeilwedstrijden op de Maas volgen. De club werd in 1878 opgeheven. Rond de geschenken van de bereisde en welgestelde leden konden de collecties voor het Maritiem Museum Prins Hendrik (1878) en het Museum voor Land en Volkenkunde (1883) worden opgebouwd. Beiden werden hier gevestigd. Het Maritiem Museum verhuisde later naar elders. In 1908 werd een etage toegevoegd.

Iets verder naar links op op het pleintje staat een monument voor Pieter Caland, de ontwerper van de Nieuwe Waterweg, die Rotterdam een goede verbinding met de Noordzee biedt.

De namen Veerhaven en Veerdam hebben betrekking op het veer van Rotterdam naar Katendrecht. Dit veer ingesteld in de 2e helft van de 15e eeuw kwam in 1599 in Rotterdamse handen. Het bleef bestaan tot 1968 toen de metro in bedrijf werd genomen

We lopen links om de Veerhaven heen.

Tramhalte lijn 7

Men kan de route met nog eens 3,2km bekorten door hier tram lijn 5 naar het Centraal Station te nemen.

Links op het Westplein op no. 1-3 staat het Atlantic Huis (Buskens, 1930). Het was één van de eerste bedrijfsverzamelgebouwen in Nederland. Dit type gebouw met centrale voorzieningen als een parkeergarage (een novum in Rotterdam, toegankelijk vanaf de Houtlaan via een monumentale ingang), eenAtlantic Huis gemeenschappelijke ontvangstuimte, bewaking en onderhoudspersoneel was uit de Verenigde Staten komen overwaaien. Het Atlantic huis zou de eerste in een serie worden. Er was al een Pacific Huis voorzien. De economische crisis van de jaren dertig voorkwam de realisatie hiervan. Het gebouw is Art-Déco stijl gebouwd. Opvallend zijn de twee ronde hoeken die als torens het centrale deel met het zadeldak omkaderen. De glas-in-loodramen tussen de begane grond en de eerste verdieping vertellen het verhaal van het moderne op de toekomst gerichte Rotterdam met schepen, treinen, fabrieken, vliegtuigen en het Witte Huis. De twee reliëfs bij de entree van Willem Brouwer stellen de Griekse goden Hermes (handel) en Poseidon (zee) voor. Alleen tussen de verdiepingen is het dragende betonskelet zichtbaar. De rest is weggewerkt achter baksteen en natuursteen. Inmiddels is het pand herontwikkeld en zijn er op de lagen 2 tot en met 5 apartementen gerealiseerd. Op de 5e etage onder de schuine dakrand zaten oorspronkelijk archiefruimten. Vandaar dat de ramen daar erg klein zijn. Toch is men er in geslaagd ook daar appartementen in te passen. Op het dak zijn aan de binnenzijde van het U-vormige gebouw woonruimten (in moderne stijl) toegevoegd als dakwoningen of penthouses. In verband met straatlawaai en de horeca op de begane grond, is de eerste etage als kantoorruimte ingericht.

We houden de haven aan de linkerhand  

Langs de kopse kant van de haven staan een vijftal borstbeelden  van Rotterdammers die veel betekenis hebben gehad voor economie, politiek en cultuur van de stad: de reder Van Hoboken, de zakenman en kunstverzamelaar Van Beuningen, de wetenschapper en filantroop Van Rijckevorsel, de bankier Mees en de fabrikant Jamin.

We lopen verder rond de haven naar de westzijde van de haven

en zien op nr. 14 en15 het kantoor dat in 1916 werd gebouwd voor de tansportonderneming van de gebroeders Van Uden. Het werd ontworpen door De Roos en Overeynder in een soort rijke overgangsarchitectuur. De gevel heeft mooie Art Nouveau elementen, zoals de sierbanden en de smeedijzeren erker op de 2e etage. Het interieur is echter Berlagiaans. In 1915 is het pand door dezelfde architecten aan de Noordzijde verdubbeld. Hoewel delen in 1948 en 1960 aan de achterzijden zijn aangebouwd is het pand tot in detail in authentieke staat. De gevel heeft mooie Art Nouveau elementen, zoals de sierbanden en de smeedijzeren erker op de 2e etage. In dit scheepvaartkantoor zitten veel verwijzingen naar de zee en de scheepvaart. Zo hebben de vlaggenstoksteunen vormen van zeepaardjes, een scheepsboeg en vissen. Op een prachtige tegeltableeau staan een blazende wind, een windwijzer en de zeegod Poseidon met zijn drietand in een boot. De Veerhaven zelf is ook rond 1850 gegraven, maar bleek al snel veel te klein voor de groter wordende schepen. De Westerhaven, die aansloot op de Veerhaven is in 1913 zelfs al gedempt. Het is nu de Calandstraat, die we net zijn gepasseerd.  De Veerhaven is nu ingebruik voor privé jachten en historische schepen, die voor gezelschappen te huur zijn. Ook is de Veerhaven het toneel voor het jaarlijkse Veerhavenconcert van het Rotterdams Philharmonisch Orkest in augustus.

Op de hoek van met de Westerkade staat het voormalige kantoor van de Steenkolen Handelsvereniging (SHV) het handelsimperium van de families Van Beuningen en Fentener van Vlissingen. Het bedrijf leverde bunkerkolen aan schepen en groeide later uit tot een conglomeraat van bedrijven, waartoe enige tijd ook de Makro behoorde. Het gebouw is in 1914 gebouwd door JP Stok Wzn. Ook dit gebouw is  een goed voorbeeld van een kantoorgebouw van een grote havenonderneming rond de eeuwwisseling. De gevel is opgetrokken uit vulkaansteen. Het balkon op de 1e verdieping is versierd met de vier "Atlanten", één met een schop, één met een grondboor en twee kolensjouwers verwijzen letterlijk naar de activiteiten van de SHV. In 1984 beëindigde de SHV haar Rotterdamse havenactiviteiten. Het gebouw is nu in eigendom van de financieringsmaatschappij Indofin-groep die hier  haar Nederlandse kantoor heeft.

We lopen rechtsaf de Westerkade op.

Verderop op de kade staat een beeld van Tsaar Peter de Grote uit 1997 van de beeldhouwer Leonid Baranov. Het is een geschenk van de Russische premier Tsjernomyrdin aan Nederland.

De witte gevels van de panden tussen de Zeemanstraat en de Rivierstraat vormen één blok. Het blok is gebouwd door P. Vermaas in 1862. Achter de herenhuizen met tuintje gaan pakhuizen schuil, die doorlopen tot aan de Calandstraat. Dit zijn de laatste voorbeelden van woonhuizen met aangebouwde pakhuizen.

We gaan vóór de snackbar de Ballentent rechts en meteen linksaf de heuvel op.

 Aan de rechterhand zien we het beeld van Koningin Wilhelmina door Charlotte Dorothee van Pallandt uit 1968.

We lopen omhoog en komen op de Parkkadepromenade.

De heuvel is kunstmatig en opgeworpen uit grond afkomstig uit de Waalhaven. Halverwege staat het chique restaurant Parkheuvel tegen de heuvel aangebouwd. Het restaurant heeft twee sterren in de Michellingids

We lopen tot het einde van de promenade en gaan de trap af.

Voor ons liggen het toegangshuisje van de voetgangerstunnel van de Maastunnel en rechts daarvan het ventilatiegebouw. Het plan voor een vaste oeververbinding speelde al lang in de Rotterdamse politiek. Maastunnel ingang fietsIn 1931 kwam stadsbouwmeester Witteveen met een plan om de regionale en plaatselijke verkeersstromen te bundelen in een oeververbinding. L. van Dijk (hoofd gemeentewerken) deed een voorstel voor een tunnel. Een tunnel had het grote voordeel dat de scheepvaart niet gehinderd werd. Een delegatie van gemeentewerken ging in New York kijken naar de Holland Tunnel (Holland, 1927), maar de meeste inspiratie deed men in Antwerpen op bij de Scheldetunnel (Thonet, 1933). Behalve het oplossen van verkeersproblemen ging het ook om het neerzetten van een Rotterdams prestige object. De toegangsgebouwen, de filtergebouwen en de garages bij de autotunnel zijn in dezelfde futuristische stijl gebouwd. De bouw liep vertraging op in 1939 door de mobilisatie. Tijdens de bezetting werd de bouw voortgezet onder Duits toezicht. Om te voorkomen dat de opening van de tunnel door de Duitsers zou worden aangegrepen voor veel vertoon, werd de tunnel in 1942 in stilte opengesteld. In september 1944 werd ze weer uit strategische overwegingen gesloten. Op 19 mei 1945 vond een tweede opening plaats.

We lopen het toegangsgebouw in

De houten roltrappen lopen geven toegang aan de fietstunnel en de voetgangerstunnel die er onder ligt. In het gewelf van de roltrapschacht zijn mozaïeken van Gidding aangebracht, die verwijzen naar de functie en ligging van de tunnel.

We gaan weer naar buiten en steken bij de zebra over lopen links over het voetpad verder richting Euromast.

<9>

De Euromast werd in 1958-60 gebouwd in opdracht van de NV Eurotoren naar een ontwerp van Maaskant. Het was bedoeld als hoogtepunt van de floriade van 1961. Het was oorspronkelijk 100 meter hoog, omdat Maaskant vond dat je op groter hoogte toch niets meer kon herkennen. Bovendien was men bang dat de bezoekers een hogere toren niet zouden durven bezoeken. In 1966 verloor de Euromast haar positie als hoogste bouwwerk aan de Medische Faculteit Rotterdam, die 123 meter hoog was. In 1970 kon van de organisatie van het evenement C''70 een toren worden overgenomen. Normaal staan deze torens op de grond maar deze werd boven op de Euromast geplaatst. Daarmee was het weer het hoogste bouwwerk van de stad en het land.

We lopen vóór de Euromast rechts de brug op die over het tunneltracee van de Maastunnel voert. Aan de overkant gaan we de trap af. Lopen een 20-tal meters rechtuit en gaan het eerste pad links Het Park in.

In 1851 kocht de gemeente de buitenplaats van Jan Valckenier, waarvan de tuin het grootste deel van het huidige park besloeg. De tuin was volkomen verwilderd. De gemeente wilde eerst een slachthuis hier laten bouwen, maar al snel vatte het idee post dat de stad behoefte had aan een recreatieve bestemming. J.D. en L.P. Zocher werden aangezocht om Het Park te ontwerpen. Zij hadden ook het Vondelpark in Amsterdam ontworpen. Later zouden zij ook de Westersingel inrichten. In 1863 was het park klaar. In 1875 werd het nog in westelijke richting uitgebreid. Het is aangelegd in de traditie van het Engelse landschapspark. Veel onregelmatige vormen in paden en waterpartijen, zodat het "natuurlijk" aandoet, zonder echt wild te worden.

We gaan meteen het eerste pad links in, het bruggetje over. We houden vervolgens rechts aan

Over het water zien we rechts het standbeeld van de dichter en koopman Tollens (1780-1856), die het eerste officiële Nederlandse volkslied schreef ("Wien Neerlandsch Bloed door de Aderen vloeit..."). Verder naar links is de villa Parkzicht zichtbaar, ooit was hier de beruchte discotheek Parkzicht, de geboorteplaats van de befaamde Rotterdamse Gabberhouse in jaren 80 van de vorige eeuw. Nu is hier een bar en restaurant gevestigd.

We lopen verder langs de vijver en gaan het eerste pad rechts.

Aan de linkerhand zien we het labyrinth en het Heerenhuys, ook wel de buitenplaats de Heuvel genoemd. Het dateert uit 1800. De buitenplaats werd in 1875 bij het Park gevoegd. Er is nu een grand-café en restaurant gevestigd.

We lopen verder en voorbij de haag gaan we linksaf. We lopen af op het witte koetshuis van de Heuvel. Het werd in 1858 gebouwd. Op de eerste verdieping woonde de koetsier.

We slaan rechts en lopen voor het koetshuis langs. Vervolgens linksaf, de brug over en weer linksaf. We lopen in de richting van de Noorse Kerk.

De Noorse Zeemanskerk stond eerst aan de Parkhaven, maar moest vanwege de tunnelaanleg in 1937 worden verplaatst. De kerk is het resultaat van een initiatief van deNoorse Zeemanskerk Noorse dominee Saxe, die als zeemanszendeling van 1906 tot 1922 in Rotterdam was gestationeerd. In 1913 werd een prijsvraag uitgeschreven die gewonnen werd door Arneberg en Poulsson. Het resultaat is een ingetogen kerkje met duidelijk kenmerken van de Noorse Staafkerken uit de 13e eeuw. De kerk is representatief voor de Nationalistische Romantische beweging in Noorwegen, ontstaan rond de onafhankelijkheid van Noorwegen in 1905. De beweging wilde Noorwegen ook in de bouwkunst een eigen identiteit verschaffen. Hiervoor werd teruggegrepen op elementen uit de oudnoorse bouwtradities. Beide archtitecten werden later beroemd met hun ontwerp voor het stadhuis van Oslo (1918-1947).

Aan de overkant van de Westzeedijk ligt het Erasmus Medisch Centrum (voorheen Dijkzigt Ziekenhuis en de Medische Faculteit van de Erasmus Universiteit. Het eigenlijke ziekenhuis is het lichtgele gebouw links. Het werd in 1961 geopend als gemeentelijk ziekenhuis, ter vervanging van het in de oorlog verlorengegane Coolsingelziekenhuis. In een aparte vleugel was het zusterhuis ondergebracht. In 1965 besloot de regering een zevende medische faculteit te stichten in Rotterdam, die later in 1973 met de Nederlandse Economische Hogeschool de Erasmus Universiteit zou vormen. Voor de bouw van de faculteit ten oosten van het ziekenhuis, moesten de Ahoy hallen uit 1950 worden gesloopt. Het werd in 1968 voltooid. Het is 114 meter hoog. De hoogbouw bevat laboratoria en kantoren, de laagbouw collegezalen. Het betonskelet gaat schuil achter witte alluminiumplaten. De bouwtijd was uitzonderlijk kort door de toepassing van prefab-elementen. Een nieuwe witte toren maakt deel uit van de nieuwbouwprojecten van het EMC, die in 2017 voltooid moeten zijn.

We lopen rechtsaf de Westzeedijk op en steken bij de oversteekplaats over.

Tram 8 (Westzeedijk)

We komen nu in het voormalige Land van Hoboken . Voor ons zien we het Natuurmuseum. Het is gevestigd in de voormalige villa Dijkzigt van de familie Van Hoboken uit 1852. Het is een neo-classicistisch bouwwerk van Metzelaar. De glazen uitbreiding dateert van 1995 en is ontworpen door bureau Mecanoo. 

Rechts ervan staat de Kunsthal, een ontwerp van Rem Koolhaas uit 1992. Het gebouw dient als expositieruimte voor bijzondere tentoonstellingen met kunswerken die uit musea en particuliere collecties worden geleend . Het gebouw wordt doorsneden door een voetgangershelling die het Museumpark met de Westzeedijk verbindt. Het deel rechts van de hellilng bevat een auditorium en een restaurant, het grotere linkerdeel twee expositieruimtes. De grote hal boven heeft een transparant dak en een groot "etalagevenster". Op het dak wordt een grote installatietoren gebruikt als billboard om de tentoonstellingen aan te kondigen .

Via de voetgangershelling lopen we door het gebouw het museumpark in.

Het Museumpark is ontworpen door bureau OMA van de roemruchte Rem Koolhaas. Het ontwerp is in 1992 uitgevoerd. Het park is nadrukkelijk kunstmatig en sluit totaal niet aan bij de museumtuin van Museum Boijmans-Van Beuningen en de daarnaast gelegen rozentuin. Veel beton en astfalt. Van de museumzone komen we via een brug in de Romantische Tuin. Er achter ligt het evenemententerrein ( voor o.a. het festival De Parade en de zomerse Openluchtbioscoop). Meteen rechts ligt aan een vijver het monument ter ere van G.J. de Jong directeur gemeentewerken van 1879 tot 1910. Hij speelde een centrale rol in de spectaculaire groei van de stad en de haven aan het eind van de 19e eeuw..

<10>

Museum Boijmans Van BeuningenAan het einde van het park staat aan de rechterzijde het Museum Boymans Van Beuningen. Aanvankelijk was de, door de advocaat Boijmans aan de stad nagelaten kunstverzameling, ondergebracht in het Schielandshuis. De ondernemer Van Beuningen (Steenkolen Handelsvereniging) was van belang bij de financiering van de bouw van een nieuw museumgebouw en uitbreiding van de collectie. De nieuwbouw was nodig omdat de collectie te groot werd voor het Schielandhuis. Stadsarchitect Van der Steur ontwierp het gebouw. Er was veel kritiek uit hoek van de Nieuw-Zakelijke bouwers op het zeer traditionele ontwerp. Van der Steur had zich met name laten inspireren door het Stadhuis van Stockholm uit 1923. De toren heeft de functie van opbergruimte. De lantaren is ’s avonds verlicht . In 2003 is de uitbreiding van het museum van het Belgische architectenduo Paul Robbrecht en Hilde Daem geopend aan de kant van de Westersingel.Vanaf 2019 is het museum voor 10 jaar gesloten wegens renovatie en verbouwing. De kunst is voor een deel nu op andere locaties in de stad te zien.

Links van het museum is ons allang het toekomstige depotgebouw van museum opgevallen. Het komvormige gebouw, dat volledig met spiegelend glas is bedekt dient als opslag voor kunstwerken die tijdelijk niet te zien zijn in het museum. Daarnaast zijn hier ook de ateliers voor de restaurateurs. In het gebouw kunnen de bezoekers bij het restauratiewerk toekijken.Tenslotte zijn er nog een aantal expositieruimten voor kleinere tentoonstellling. Op het dak is een daktuin met restaurant.

Voor ons staat het Nieuwe Instituut . De ontstaansgeschiedenis van het instituut voor architectuur, design en digitale cultuur was niet eenvoudig. Er ging een heuse Amsterdam-Rotterdam strijd aan vooraf. Uiteraard won Rotterdam op goede argumenten. Het winnende ontwerp was (verrassend) van Jo Coenen. De drie functies van het instituut zijn in drie afzonderlijke gebouwdelen ondergebracht. Het archief in de kromming aan de Rochussenstraat, de staf en bibliotheek in het flatgebouw en de tentoonstellingsruimte aan de zijde van de Jongkindstraat. De arcade aan de Rochussenstraat is ’s avonds door gekleurde TL-buizen verlicht waardoor een dynamisch lichtkunstwerk (ontwerp Peter Struycken) ontstaat. Aan de linkerzijde is een café-restaurant gevestigd met de naam van de architect. Links zien we in de waterpartij een kunstwerk van Auke de Vries.

We slaan rechtsaf (Museumpark) en zien aan onze linkerhand een aantal witte villa's.

Op de hoek met de Jongkindstraat staat een villa naar een ontwerp van Stokla (1938). Hier is sinds  1993 het Chabot Museum, gewijd aan de Rotterdamse expressionistische schilder Hendrik Chabot (1894-1949), gevestigd.

Voor de liefhebbers van architectuur is een zijsprongetje, de Jongkindstraat in een must.

Op Jongkindstraat nr 12 staat de villa Sonneveld (1933). Dit is een van de twee villa's van de modernistische architecten Brinkman Villa Sonnenvelden Van der Vlugt in dit wijkje. Sonneveld was één van de directeuren van de Van Nellefabriek, die beide architecten ook hebben ontworpen. De begane grond wijkt iets terug van de witte gevel, waardoor het huis wat los komt van de grond. De dienstvertrekken zijn op de begane grond. Woonkamer is op de 1e verdieping. Hier valt het brede venster op (fenêtre de longueur), een idee ontleend aan de goeroe van de Nieuwe Bouwers, LeCorbusier. Ook deze villa beschikt over een dakterras. De inrichting van het huis is tot in de kleinste details modernistisch te noemen en was voor de familie Sonneveld een totale breuk met het wonen tot dan toe. Zij namen in 1933 zonder één meubelstuk mee te nemen hun intrek in de villa, die van alle denkbare gemakken van die tijd was voorzien. De villa was lange tijd eigendom van de Belgische regering en deed dienst als dienstwoning voor de consul. Dankzij de karigheid van de Belgen is er vrijwel niets aan het gebouw veranderd. In 1999 heeft het Nederlands Architectuur instituut de villa ter beschikking gekregen. De woning is  als museumwoning, compleet met meubilair uit die tijd, voor het publiek opengesteld in 2001. Toegangskaarten zijn verkrijgbaar in het Nederlands Architectuurinstituut aan de Rochussenstraat (links).

Terug naar de hoek van de Jongkindstraat en het Museumpark. We slaan linksaf.

Op Museumpark nr. 9 staat het woonhuis van de huisarts Boevé. Het is een ontwerp van het architectenduo Brinkman en Van der Vlugt, representanten van het Nieuwe Bouwen en gebVilla Bouveouwd in 1933. Het gebouw is vanwege de zachte bodem lichtgebouwd. Op de begane grond bevonden zich de woonvertrekken en de praktijkruimte. De slaapkamers zijn op de eerste etage. De principes van de Nieuwe Bouwers met betrekking tot natuur en gezondheid komen tot uitdrukking in de daktuin en de fitnessruimte op het dak. De woning raakte in het nieuws in 1994 toen burgemeester Peper voorstelde om het pand als ambtswoning aan te kopen. Ondanks de relatief hoge aankoopsom van 1,3 miljoen gulden was de gemeenteraad zeer positief vanwege de architectonische waarde en de ligging van het pand tussen een aantal culturele instellingen. De stemming sloeg om toen er een miljoenen kostende verbouwing nodig bleek te zijn om de woning aan de wensen van Peper aan te passen. De koop ging uiteindelijk niet door en Rotterdam heeft nu nog steeds geen ambtswoning voor de burgemeester.

We lopen verder richting Westersingel.

Op de hoek met de Remonstrantse kerkWestersingel (nr. 76) staat de Remonstrantse kerk uit 1897. Tot dan toe hadden de Remonstranten slechts een schuilkerk ter beschikking, hoewel dat na 1795 niet meer nodig was. De Remonstrantse kerk ontstond in de 17e eeuw na een theologisch conflict in de Hervormde Kerk tussen de aanhangers van twee Leidse theologen Arminius (Remonstranten) en Gomarus (contra-remonstranten) over het leerstuk van de voorbestemming (predestinatie). De strijd kreeg een politieke dimensie en het pleit werd gewonnen door de Gomaristen nadat stadhouder Maurits van Oranje zich achter de contra-remonstranten had gesteld. Dat deed hij vooral, omdat zijn rivaal Van Oldebarneveld, de raadspensionaris van Holland,  de Remonstrantse richting koos. Het kostte Van Oldenbarneveld, die raadspensionaris van Rotterdam was geweest, uiteindelijk letterlijk de kop. De Remonstranten konden daarna hun geloof niet meer openlijk belijden. Na inval van de Franse revolutionaire troepen en de oprichting van de Bataafse Republiek kon dat weer wel.  Van de kerk hier valt de toren valt het meest op. Het portaal aan de Westersingelzijde wordt gesierd met het motto: "Eenheid in het nodige, Vrijheid in het onbekende, In alles de Liefde". Daarboven is een mozaïek te zien met een engel en de letters alpha en omega. De kerk heeft een prachtig klassiek interieur (helaas niet te bezichtigen) en vele Jugendstil details. Het ontwerp is van Henri Bremer, die ook het Rotterdamse stadhuis ontwierp in 1922. Onder de naam Arminius is de kerk ook een centrum voor debat en lezingen.

Rechts bij de brug over de Westersingel staat een beeld naar een tekening van Pablo Picasso (1881-1973). De beeldhouwer was een bekende van Picasso, de noor Carl Nesjar (1920). Het beeld stond sinds 1970 oorspronkelijk op de hoek van het Weena  en het Kruisplein, maar is in 2003 verplaatst. Het heet Sylvette, genoemd naar een model van Picasso waarvan hij in 1954 meer dan 40 tekeningen en schilderijen maakte .

<E>

Tramhalte lijn 7

Aan de overzijde van de singel kunnen we met Tramlijn 7 (richting Woudestein) naar het Centraal Station terug.

We kunnen ook terug lopen. We volgen de singel linksaf tot het Kruisplein. We lopen dan rechtdoor naar het Centraal Station.


© Eddy le Couvreur, 2000-2019

Laatste bewerkt: 24-07-2014