Wandeling E - "Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog" (16km)
deel 2 "Cool en Scheepvaartkwartier"
Metro Leuvehaven Tramhalte lijn 4, 7 en 20 De route gaat verder bij de brug over de Westersingel ter hoogte van de Witte de Withstraat. We lopen tot de brug en gaan deze over, de Witte de Withstraat in <2> Tramhalte lijn 7 en 20 Links op nr. 63 zien we aan de linkerzijde van de straat het voormalige redactiegebouw van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, de NRC. Tijdens het bombardement van 1940 was de NRC redactie en drukkerij onbeschadigd gebleven. Andere kranten als De Maasbode, De Rotterdammer en het Rotterdamsch Nieuwsblad waren minder gelukkig. Toch verschenen na enkele weken alle kranten in Rotterdam weer. Zo werden De Rotterdammer en De Maasbode bij de NRC gedrukt. Tijdens de bezetting werd de greep die de Duitsers op de pers namen steeds strakker. De Protestants-Christelijke Rotterdammer werd gesloten, nadat ze weigerde anti-joodse stukken en pro-Duitse propaganda te plaatsen. Ook de Maasbode kreeg een verschijningsverbod, maar dat had meer met de stellingname van de bisschoppen tegenover het Nationaalsocialisme te maken dan met de inhoud van de krant, die zeer volgzaam was. Ook speelde een rol dat NSB-leider Mussert een oog op de drukkerij had laten vallen voor zijn eigen kranten. Het socialistische Voorwaarts bood haar faciliteiten aan de NSB aan in een naïeve poging de krant en uitgeverij De Arbeiderspers te redden. De directeur zag al snel zijn beoordelingsfout in en pleegde zelfmoord. Het bedrijf werd onder leiding van NSB'er Rost van Tonningen voortgezet als fascistische uitgeverij. De socialistische redacteuren namen ontslag en bereidden de introductie van het Het Vrije Volk voor, dat na de bevrijding van de persen zou gaan rollen. Het Rotterdamsch Nieuwsblad en de NRC waren zeer volgzaam ten opzichte van de Duitse autoriteiten, pleegden veel zelfcensuur en gaven de officiële Duitse lezing van gebeurtenissen zonder veel commentaar door. Na de oorlog kreeg de NRC tijdelijk een verschijningsverbod en de hoofdredacteur kreeg een tijdelijk beroepsverbod. Hij was daarna niet meer welkom bij zijn eigen NRC, noch bij andere kranten. Qua oplage verging het de NRC tijdens de oorlog goed door het wegvallen van andere kranten. Na het rantsoeneren van het krantenpapier door de bezetters, onstond er zelfs een wachtlijst voor abonnees. Naast de intellectuele NRC gaf de uitgever ook de Courant voor Rotterdam uit, die als voorloper van het AD kan worden gezien. Even verderop slaan we rechtsaf de Zwarte Paardenstraat in We komen op de Schiedamse Singel. Tot ongeveer 1850 maakte deze singel met de Schiedamse Vest aan de overkant van het plein deel uit van de westgrens van de stad. In 1940 liep hier nog steeds een stadsgracht. Na het bombardement van 1940 werd de gracht met het puin van de de verwoeste stad gedempt. Hetzelfde gebeurde met de Blaak en de Schiekade. We gaan rechtsaf en daarna weer rechts de Kortenaerstraat in. Op de Eendrachtsweg (3e straat) gaan we links af en gaan aan het eind de trap op naar het Vasteland. Tramhalte lijn 20 We steken bij de stoplichten over en gaan rechtdoor de Scheeptimmermanlaan in. We komen na een paar honderd meter op het Westplein. We slaan rechtsaf. Tramhalte lijn 7 Aan dit plein woonde de Reichsbeauftragter für Rotterdam, Dr Völkckers. (Westplein 8). Hij was door Reichskommisar Seys-Inquart in 1940 aangesteld om toe te zien op het stadsbestuur. Völckers was voor die tijd wethouder voor havenzaken in zijn thuisstad Bremen geweest, waar hij lid was geworden van de NSDAP. Ondanks zijn NSDAP lidmaatschap had Völckers meestal het beste voor met de stad en intervenieerde regelmatig bij de Wehrmacht en andere instanties om maatregelen te voorkomen, die nadelig zouden zijn voor de bevolking. Zo wist hij samen met burgemeester Müller de vernieling van de havens aan de noordoever te voorkomen, met als argument dat die een aantal belangrijke electriciteits- en watercentrales, die van vitaal belang waren voor de stad, buiten bedrijf konden raken. Deze centrales stonden in het havengebied. In 1944 protesteerde hij tegen de razzia's voor de Arbeitseinsatz en regelde hij vrijstellingen voor een aantal mannen. Ook zette hij zich in voor de voedselvoorziening tijdens de hongerwinter. Anderzijds waren zijn bevoegdheden vaak beperkt en werd hij regelmatig overuled door hoger geplaatsten. Na de oorlog konden de aanklagers bij zijn proces bij de bijzonder rechtbank geen zwaarwegende feiten aandragen tegen Völckers. Ook een oproep aan de bevolking op klachten naar voren te brengen leverden niets op: "Niemand heeft wat tegen Völckers". Na het huis op nr 8 waar Völckers woonde volgt een aantal villa's, die tijdens de bezetting door diverse Duitse instantie werden gebruikt: Eisenbahndienststelle (9), Reichskommisariat für die Seeschiffahrt (10), Seetransport Nebenstelle (11), Hafenkommandant (12) en als woningen voor het personeel van diverse Dienstellen. Voor een compleet beeld van de Duitse aanwezigheid in deze wijk klik op deze link. We lopen rechtdoor de Parklaan op tot het einde van de straat. Hier staat op nr 17 een villa die 1870 gebouwd was voor Henri Jamin, oprichter van het bakkersbedrijf en winkelketen met die naam. Tijdens de bezetting was hier de Wehrmachtkommandatur voor Rotterdam gevestigd. Van maart 1944 tot mei 1945 was Generalmajor Kistner de Kampfkommandant. Hij gaf met name leiding aan de razzia's van 10 en 11 november 1944, waarbij alle mannen tussen 17 en 40 jaar werden opgepakt om voor de Duitsers te werken. In de meidagen van 1945 weigerde hij, terwijl de Duitse capitulatie op 5 mei al een feit was zijn troepen van de straat te halen en de ordehandhaving aan de Binnelandse Strijdkrachten (een uit het verzet voortgekomen organisatie onder leiding van prins Bernhard) over te dragen. Hij hield vast aan zijn instructies om zich over te geven aan de geallieerden. Die werden pas op 8 mei in de stad verwacht. Op 6 mei wisten voorlieden van de BS, Van der Hoeven en Dijkshoorn, Kistner er hier in dit pand van te overtuigen om zijn troepen terug te trekken en de orde aan de BS over te laten vanaf 18.30 uur die dag. Toch vielen er die dag nog doden bij schermutselingen met Duitse troepen bij de Beukelsweg en op het Karel de Stouteplein op Zuid. We steken de Parklaan over en lopen langs de overzijde terug. Bij de ingang van het park waren een munitiebunker en een bunker voor de militaire telefooncentrale. In het pand op de hoek met de Westerlaan was tijdens de bezettingsjaren de Duitse Oberschule gevestigd, waar de kinderen van de in Rotterdam gevestigde Duitsers in het Duits middelbaar onderwijs konden volgen. Op nr 44 was het kantoor van Beauftragter Völckers gevestigd. Op nr 30 woonde de Kampfkommandant Generalmajor Kistner. Onder de groene middenstrook van de Parklaan waren een aantal bunkers gelegen, waaronder een radiocentrale met postduivenafdeling. Verder nog munitieopslagplaatsen en een garage voor weermachtauto's. We slaan de Parkstraat rechts in en vervolgens de Calandstraat linksaf. Waar de Calandstraat uitkomt op de Veerhaven staat het monument voor gevallen medewerkers van de Rotterdamsche Lloyd, een grote rederij, die met name op Nederlands-Indië passagiers en vrachtdiensten onderhield. De rederij had zijn hoofdkantoor in het gele gebouw op de hoek van de Calandstraat en de Veerhaven. De schepen die zich tijdens de Duitse invasie van mei 1940 buiten Nederland bevonden bleven onder Nederlandse soevereiniteit en bleven in de vaart bijvoorbeeld voor wapentransporten van de Verenigde Staten naar Engeland. Deze transporten, die in konvooien plaatsvonden werden regelmatig bestookt door torpedo's van Duitse onderzeeërs. Vele Nederlandse en Nederlands-Indische opvarenden vonden daarbij de dood. Het monument herdenkt ook Willem Ruys een van de directieleden en kleinzoon van de oprichter Willem Ruys JDzn (1809-1889). Het rechterpaneel van het monument laat zijn afscheidsbrief aan het bedrijf en personeel zien. Ruys was vanaf 1940 in de directie benoemd. In mei 1942 was Ruys opgepakt en als gijzelaar geïnterneerd in St Michielsgestel, samen met nog 460 andere notabelen (waaronder schrijver Simon Vestdijk, industrieel Frits Philips, hoogleraar Huizinga) uit alle hoeken van de Nederlandse elite. Zij dienden voor de Duitsers als onderpand om de Nederlandse bevolking in het gareel te houden. Bij "terroristische acties" tegen het Duitse bewind konden de gijzelaars worden gefusllieerd. Op 7 augustus 1942 vond zo'n aanslag plaats door de Nederlandsche Volksmilitie. Deze verzetsgroep beraamde een uiteindelijk mislukte aanslag op het spoorwegviaduct in Rotterdam met als doel treinen te laten verongelukken, waarin Duitse soldaten zaten die op verlofreis gingen. Wehrmachtsbefehlhaber Christiansen reageerde met een ultimatum: de bevolking kreeg tot 14 augustus de tijd om de daders aan te geven, anders zou een aantal gijzelaars worden gedood. Op 11 augustus deed burgemeester Müller via de Rotterdamse kranten nog een oproep, maar er kwam geen tip binnen. In de ochtend van 15 augustus werd Ruys (48jr) samen met 4 anderen, Robert Baelde (35, sociaal-pedagogische werk), Chris Bennekers (48, hoofdinspecteur van politie), Otto Ernst Gelder graaf van Limburg Stirum (49, officier van Justitie), en Alexander baron Schimmelpenninck van der Oije (28, landheer) in de bossen van het landgoed Gorp en Rovert bij Goirle gefusilleerd. Deze eerste executie van gijzelaars maakte veel anti-Duitse gevoelens los en werkte dus contraproductief. De weerzin won het van het ontzag. We lopen linksaf om de Veerhaven heen en houden steeds rechts aan. Op de kop van de Veerdam staat de societeit van de koninklijke Roei en Zeillvereniging de Maas. Tijdens de bezetting deed het dienst als militaire sociëteit van de Wehrmacht. Vervolgens weer linksaf en we lopen verder over de Willemskade. Aan onze linkerhand passeren we de zogenaamde brandgrens. Deze denkbeeldige lijn geeft aan tot waar de verwoestende branden, die het gevolg waren van het Duitse bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940 hebben gereikt. Duidelijk te zien is dat de bebouwing aan de linker - westelijke - zijde van de straat nog oud is. Het hoekpand dateert van en is ontworpen door de architect Metzelaar, die zeer actief was in Rotterdam in de tijd dat het Scheepvaartkwartier werd ontwikkeld. De bebouwing aan de rechterzijde is duidelijke na-oorlogs. Sinds 2007 is de brandgrens gemarkeerd. De markering van de Brandgrens is ontworpen door West 8 urban design & landscape architecture bv.. Het ontwerp voor de markering bestaat uit LED-armaturen die op de Brandgrens in het plaveisel worden ingegraven. In het armatuur zit een icoon dat ’s avonds wordt verlicht. Dit icoon, dat West 8 in samenwerking met Opera Graphic Design heeft uitgewerkt, bestaat uit vlammen waarin brandende panden, het silhouet van een Heinkel bommenwerper en van het beeld ‘De verwoeste stad’ van Ossip Zadkine, zijn verwerkt. Een icoon vol symboliek waarvan het silhouet van het beeld van Zadkine direct refereert aan het beeld op Plein 1940. Bij dit beeld vindt sinds 2008 jaarlijks op 14 mei de officiële herdenking van het bombardement van 14 mei 1940 plaats. Tijdens het bombardement, dat de overgave van het Nederlandse leger moest afdwingen, verloren ongeveer 850 mensen het leven, werden 25.000 woningen en 11.000 andere panden verwoest en raakten 80.000 mensen dakloos. Het bombardement duurde niet meer dan een kwartier, maar het duurde nog tot augustus 1940 voordat de laatste branden waren geblust. Tramhalte lijn 7 We vervolgen onze weg over de Willemskade naar het Willemsplein. Hier houden een beetje links aan en gaan de trap op naar de Erasmusbrug.
<3> Metro Leuvehaven Tramhalte lijn 8, 23 en 25
|
Wandeling E | ||
Vorige | Overzicht | Volgende |
© Eddy le Couvreur, 2009
laatst bijgewerkt: 10-03-2015